NL
TRAININGSINSTRUCTIES
In de sportgeneeskunde en bewegingswetenschappen
wordt de crosstrainer onder meer gebruikt om
de werking van het hart, de bloedsomloop en de
luchtwegen te controleren.
U kunt als volgt vaststellen of uw training na enkele
weken het gewenste effect heeft:
1. U realiseert een bepaalde duurprestatie met
minder belasting van het hart en de bloedsomloop
dan voorheen.
2. U houdt een bepaalde duurprestatie langer vol
met dezelfde hartslag.
3. U herstelt sneller na een bepaalde belasting dan
ervoor.
De trainingen zijn gebaseerd op een intensieve
oefensessies met verschillende moeilijkheidsgraden.
De verschillende trainingselementen simuleren
verschillende terreinen en stretchoefeningen.
HARTSLAGZONES
Hartslagmeter:
De crosstrainer beschikt over een hartslagmeter.
Er wordt geen borstband voor hartslagmeting
meegeleverd.
Als u de hartslagmeter tijdens uw trainingen gebruikt,
moet u de volgende instructies in acht nemen:
Maximale hartslag: de maximaal haalbare hartslag is
afhankelijk van uw leeftijd.
De maximale hartslag per minuut is gelijk aan
220 hartslagen minus de leeftijd. Voorbeeld: Leeftijd
50 jaar > 220 - 50 = 170 slagen/min.
16
De belastingsniveaus worden gegeven als een
percentage (%) van deze berekende waarde.
Bijv.: Leeftijd 50 jaar: 100 % = 170 slagen/min;
70 % = 119 slagen/min, enz.
Hersteltraining > 50 - 65 %
Duurtraining > 65 - 80 %
Tempotraining > 75 - 85 %
Intervaltraining > 65 - 92 %
Racemodus > 80 - 92 %
De racemodus > 92 % mag slechts korte tijd
worden gebruikt!
Door het combineren van verschillende
trainingselementen kunt u individuele trainingen
creëren.
Duur en frequentie van de trainingen per week:
We spreken van een optimaal belastingsniveau
wanneer 65 - 75 % van de individuele hartslag
over een langere periode wordt bereikt.
Vuistregel: Beginners moeten beginnen met korte
trainingssessies van ongeveer 20 tot 30 minuten.
De trainingen van beginners zien er de eerste vier
weken als volgt uit: Voor en na elke trainingssessie
een korte oefensessie van 5 minuten als warming-
up en cool-down. Tussen twee trainingen moet u
een rustdag nemen. Later kunt u dan 3 trainingen
per week doen met elk een duur van 30 tot
60 minuten. Als u die fase zonder problemen
doorloopt, mag u vervolgens dagelijks trainen.