• Tussen het apparaat en een afzuigkap moet de door de fabrikant aangegeven
veiligheidsafstand worden in acht genomen. Bij gebrek aan gegevens moet deze afstand
minstens 650 mm bedragen.
• De aansluitkabel van de kookplaat mag na het inbouwen aan geen enkele mechanische
belasting, bijv. door een lade, onderhevig zijn.
• De snijvlakken van het werkblad dienen met een speciale lak, siliconenrubber of giethars
te worden verzegeld om opzwellen door vochtigheid te verhinderen. Zorg ervoor dat de
meegeleverde pakkingstrip zorgvuldig wordt opgeplakt.
• De kookplaat in geen geval met silicone vastkleven! Anders is het later niet meer
mogelijk de kookplaat weer te verwijderen zonder ze te vernielen.
• Waarschuwing: Gebruik alleen kookplaat beschermrekken ontworpen door de fabrikant
van de kookplaat, rekken die door de fabrikant aangeduid zijn als geschikt of
beschermrekken geïntegreerd in het apparaat. Het gebruik van ongeschikte rekken kan
ongelukken veroorzaken.
Ventilatie
• Eventuele dwarslijsten onder het werkblad moeten tenminste ter hoogte van de uitsparing
in het werkblad worden verwijderd.
• De afstand tussen de inductiekookplaat en de keukenmeubels of de ingebouwde
apparaten moet groot genoeg zijn zodat de inductie voldoende geventileerd wordt.
• Overmatige warmteontwikkeling langs onder, bijv. door een oven zonder
dwarsstroomventilator, moet worden vermeden.
• Als bij inbouwfornuizen de pyrolysefunctie wordt gebruikt, mag de inductiekookplaat niet
worden gebruikt.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
• De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan
een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
• Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
• De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
• Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net
gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening
minstens 3mm bedragen.
• Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige
voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële
schakelaars en contacten.
• Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen
voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de
installatieregeling.
• De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat
of de oven niet raakt.
Let op !
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ
Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema.
De aansluitdoos bevindt zich onder de kookplaat.
Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de
2 pijlen.
39