Gashendel
Deze hendels geven u de controle over de snelheid voor- en achteruit van uw voertuig, met een maximum snelheid
die u vooraf heeft ingesteld. Een gashendel bevindt zich aan de onderkant van de linker- en rechterkant van de
stuurhendel. Zie fi guur 1.
Om de gashendel te gebruiken:
Het vooruit rijden met uw voertuig kan op 2 manieren:
Gebruik uw linkerduim om de linkerzijde van de gashendel in te drukken.
Gebruik de vingers van uw rechterhand om de gashendel terug te trekken.
Het achteruit rijden met uw voertuig kan op 2 manieren:
Gebruik uw rechterduim om de rechterzijde van de gashendel in te drukken.
Gebruik de vingers van uw linkerhand om de gashendel terug te trekken.
Laat de gashendel los en laat u uw voertuig eerst tot een complete stilstand komen voordat u de gashendel de
andere kant op duwt. Wanneer de gashendel compleet losgelaten is, gaat zij terug naar de "nulpositie" en activeert
daarmee de rem van uw voertuig.
De Hoog-Laag Toets
Deze toets regelt de snelheid van uw voertuig tussen hoog en laag.
Druk eenmaal op de Hoog-Laag toets om de snelheid naar boven aan te passen. Het Hoog-Laag licht zal op
uw LCD scherm verschijnen. Zie fi guur 2. Door deze instelwaarde te gebruiken tesamen met de toetsen om
uw snelheid aan te passen, zal het voor uw voertuig mogelijk maken om die maximum snelheden te halen die
voor uw voertuig zijn voorgeprogrammeerd.
Druk nog eenmaal op de Hoog-Laag toets om de snelheid naar omlaag aan te passen. Het Hoog-Laag licht
zal niet op uw LCD scherm oplichten. Door deze instelwaarde te gebruiken tesamen met de toetsen om uw
snelheid aan te passen, zal het voor uw voertuig mogelijk zijn om half zo snel te gaan als voor uw voertuig als
maximum is voorgeprogrammeerd.
Lichten Knop
Druk eenmaal op de lichttoets om de lichten te activeren. Het lichtsymbool zal oplichten op uw LCD scherm.
Druk nogmaals op de lichttoets om de lichten opnieuw uit te schakelen.
WAARSCHUWING! Voertuigrijders zijn verplicht licht te voeren wanneer het zicht beperkt is—dag
en nacht.
Gevaarslicht toets
Deze toets activeert de vier knipperlichten op uw voertuig.
Druk eenmaal op de toets om de knipperlichten te activeren.
Druk nog eenmaal op de toets om de knipperlichten uit te schakelen.
LET OP: Terwijl de 4 knipperlichten aanstaan zal u een waarschuwingsbiep horen, die pas uitgaat als de
knipperlichten uitgaan. Zie fi guur 6 voor volumecontrole.
Verstelbare Stuurkolom
Voor informatie over het plaatsen en afstellen van de stuurkilom, zie V. "Instelbaarheid."
Plaatsen en afstellen van de spiegel
Voor informatie over het plaatsen en afstellen van uw spiegel, zie V. "Instelbaarheid."
8
I I . U W V O E R T U I G
MV600