Hoofd Stroomonderbreker
Wanneer the stroom in de accu's laag wordt of de voertuig zwaar belast is
door een buitensporig lading of een, kan de hoofdzekering doorslaan om de
motor en de elektronica te beschermen tegen schade. Wanneer de zekering
doorslaat, dan slaat het gehele electrische systeem af. Zie fi guur 8.
De instelhendel springt automatisch naar beneden wanneer de zekering
doorslaat.
Geef de electronica een minuut of zo "om te rusten."
Hef de instelhendel terug omhoog totdat u een klik hoort, of vervolgens
drukt u de knop van de hoofdzekering in.
Wanneer de hoofd stroomonderbreker herhaaldelijk losschiet, kan het
zijn dat u uw accu's vaker dient op te laden. Ook zou het kunnen zijn
dat u uw Handelaar moet vragen de accu's te testen.
Indien de hoofd stroomonderbreker er herhaaldelijk uitspringt, dient u
uw Handelaar te bezoeken voor service.
LET OP: Indien u de voertuig voorbereidt voor transport of onderhoud, of er doet zich een situatie voor die
vereist dat u het electrisch systeem van de voertuig manueel afzet, druk dan op de knop die daarvoor dient en
dat zal alle electrische toevoer naar de voertuig afsluiten.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Zet de voertuig altijd vast in een voorwaartse positie in een voertuig. Maak de 4 riemen vast aan de daarvoorbestemde
bevestigingspunten. Zie fi guur 9. Maak de riemen vast genoeg zodat er geen speling meer op zit. Maak de riemen nooit
vast aan aanpasbare, bewegende of verwijderbare onderdelen van de voertuig zoals daar zijn, de armleuningen, de kap
en de wielen. Deze onderdelen zouden moeten verwijderd worden. De ankerpunten voor de riemen die de voertuig
langs achteren moeten vastzetten, moeten direct achter de achterwaartse bevestigingspunten op de voertuig geplaatst
worden. De ankerpunten vooraan moeten wijder zijn dan de voertuig om een groter laterale stabiliteit te verzekeren.
WAARSCHUWING! Verzeker u ervan dat de voertuig stevig is vastgemaakt aan het voertuig
tijdens het transport. Voertuigs die niet stevig zijn vastgemaakt aan het voertuig, zijn een
gevaar voor de gebruiker en andere passagiers in het voertuig in het geval van abrupt remmen,
een ongeval of indien u scherp moet uitwijken, omdat de voertuig kan omvallen of van zijn
plaats kan glijden.
1
Figuur 9. Bevestigingspunten (Aangegeven met zwarte stippen)
14
I I . U W V O E R T U I G
IDENTIFICATIELIJST
1.
BEVESTIGINGSPUNTEN AAN DE ACHTERZIJDE
2.
BEVESTIGINGSPUNTEN AAN DE VOORZIJDE
IDENTIFICATIELIJST
1.
INSTELHENDEL
2.
HANDMATIGE UITSCHAKELKNOP
1
Figuur 8. Hoodfzekering
2
2
MV600