28
Het apparaat wordt
niet goed gevuld met
water.
De machine pompt
geen water weg.
De deur is open of
niet goed gesloten.
Interne fout. Geen
communicatie tussen
de elektronische ele-
menten van het appa-
raat.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakel je het apparaat uit
en weer in. Als het probleem aanhoudt, neem je contact op met de
erkende servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van
een ander probleem met de wasmachine.
Probleem
Het programma start
niet.
• Controleer of de waterkraan geopend is.
• Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contact op met je plaatselijke
waterleidingbedrijf.
• Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
• Zorg ervoor dat de filters van de toevoerslangen en de filters
van de kleppen niet verstopt zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en
reiniging'.
• Verzeker je ervan dat de waterinlaatslang geen knikken, be-
schadigingen of bochten heeft.
• Zorg ervoor dat de aansluitingen van de watertoevoerslan-
gen correct zijn.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt af-
voercircuit. Neem contact op met de erkende servicedienst.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te
vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je con-
tact op met een erkende servicedienst.
• Wacht totdat de stroomtoevoer stabiel is.
Mogelijke oplossing
• Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
• Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
• Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekerin-
genkastje is.
• Verzeker je ervan dat
• Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je
de instelling of wacht je tot het aftellen voorbij is.
• Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen program-
ma.
bediend is.