Video-instellingen – Belangrijkste Assist-functies
[
]
[ZEBRA1]
[ZEBRA2]
[ZEBRA1+2]
[OFF]
[SET]
Wanneer [BASE/RANGE] is geselecteerd met [SET]
Gecentreerd op helderheidsinstelling met [Basisniveau], worden delen met
de helderheid in het bereik ingesteld in [Bereik], weergegeven met de
strepen.
[Basisniveau] kan worden ingesteld in het bereik tussen 0 % en 109 %
≥
(IRE).
[Bereik] kan worden ingesteld in het bereik tussen ±1 % en ±10 % (IRE).
≥
•
Als [Fotostijl] op [V-Log] gezet is of als een LUT-bestand niet toegepast is in [REAL
TIME LUT] (basis Photo Style is [V-Log]), wordt dit gemeten met "Stop" eenheden.
(18 % grijs uitgangsniveau wordt berekend als 0 Stop)
•
[ZEBRA1+2] kan niet worden geselecteerd bij het instellen van [BASE/RANGE].
[
]
Selecteer [Zebrapatroon]
Onderdelen die helderder zijn dan de basiswaarde worden
weergegeven met [ZEBRA1] strepen.
Onderdelen die helderder zijn dan de basiswaarde worden
weergegeven met [ZEBRA2] strepen.
[ZEBRA1] en [ZEBRA2] worden weergegeven.
Stelt de basishelderheid in.
[Zebra 1]
[Zebra 2]
—
[50%] tot [105%]/[BASE/RANGE]
[50%] tot [105%]/[BASE/RANGE]
387