Focus / Zoom – AF gebruiken
•
Onderwerpen en opname-omstandigheden die het scherp stellen met de
AF mode moeilijk maken
– Snel bewegende onderwerpen
– Extreem heldere onderwerpen
– Onderwerpen zonder contrast
– Onderwerpen die achter glas opgenomen zijn
– Onderwerpen vlakbij glanzende objecten
– Onderwerpen op zeer donkere plaatsen
– Als onderwerpen zowel ver als dichtbij opgenomen worden
•
Als de volgende handelingen worden uitgevoerd tijdens het opnemen met [AFC],
kan het enige tijd duren voordat de camera is scherpgesteld:
– Bij het inzoomen van het groothoek-uiteinde naar het telefoto-uiteinde
– Wanneer het onderwerp plotseling verandert van ver weg naar dichtbij
•
Als de zoom gebruikt wordt nadat scherp gesteld is, kan de scherpstelling
verkeerd zijn. Pas de scherpstelling in dat geval opnieuw aan.
144