Download Print deze pagina

Advertenties

Problemen oplossen > Instellen/onderhoud

Tintverloop aanpassen

Na langdurig gebruik of door de gevolgen van de omgevingstemperatuur of -vochtigheid, kunnen de afgedrukte
kleurtinten van het origineel verschillen. Voer deze functie uit om samenhang met de originele tinten te garanderen.
Voer, alvorens Aanpassen tintverloop uit te voeren, de kalibratie uit.
Als de kalibratie niet de tinten verbetert, voer dan Aanpassen tintverloop uit.
Kalibratie (pagina 7-55)
Er worden in totaal 3 patroonpagina's afgedrukt (Nr. 1 tot 3) tijdens de aanpassing. De afgedrukte patronen worden
achter elkaar gelezen tijdens de aanpassing.
1
2
3
Plaats papier.
BELANGRIJK
• Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven.
• Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u
het in de cassettes plaatst.
Papier in de cassettes plaatsen (pagina 3-5)
• Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of gevouwen is.
Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
• Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie bovenstaande
afbeelding).
• Als papier is geplaatst zonder de lengte-en breedtegeleiders te hebben versteld,
dan kan het papier scheef of vast komen te zitten.
Roep het scherm op.
1
Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Instellen/onderhoud] > "Aanpassen afbeelding"
[Tintverloop aanpassen]
2
Selecteer [Kopiëren/afdr. (600dpi)] of [Afdrukken (1200dpi)].
OPMERKING
Selecteer [Afdrukken (1200dpi)] als u de afdruktoon in afdrukresolutie 1200 dpi wilt
instellen.
Pas het toonverloop aan.
1
Selecteer [Start]. Er wordt een patroon afgedrukt.
Controleer of het nummer "1" aan de onderkant van het patroon wordt afgedrukt.
7-54

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Taskalfa 408ciTaskalfa 358ci