Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
De verbinding instellen met behulp van het Wi-Fi-installatieprogramma
Als u de Wi-Fi-instellingen die in het Wi-Fi-installatieprogramma zijn geconfigureerd naar het apparaat wilt verzenden,
sluit u de computer of het handapparaat lokaal aan op het apparaat. De verbindingsmethoden zijn bekabelde verbinding
via LAN-kabel en draadloze LAN-verbinding (Wi-Fi Direct).
OPMERKING
• Voordat u het Wi-Fi-installatieprogramma gebruikt, sluit u uw computer lokaal aan op dit apparaat met een
bekabelde LAN-kabel of Wi-Fi Direct.
• Om Wi-Fi Direct te gebruiken controleert u of Wi-Fi Direct is ingeschakeld (Wi-Fi Direct is ingesteld op [AAN]) en
start u het netwerk opnieuw op vanaf het bedieningspaneel, voordat uw computer met dit apparaat wordt verbonden
via Wi-Fi Direct.
• Om een bekabelde LAN-kabel te gebruiken die rechtstreeks op het apparaat is aangesloten, wordt het Auto-IP-
adres (Link-local) toegewezen aan het apparaat en de computer. Deze machine past Auto-IP als
standaardinstellingen toe.
• Configureer de instellingen op het bedieningspaneel als uw computer WPS ondersteunt.
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding
2-36