16
www.aeg.com
8.1 Wat te doen als ...
Probleem
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is lawaaiig.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
De compressor werkt voort‐
durend.
De compressor start niet di‐
rect nadat u op 'Coolmatic'
indrukt of de temperatuurin‐
stelling hebt veranderd.
De deur is niet goed gemon‐
teerd of dekt het ventilatier‐
ooster af.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat werd uitge‐
schakeld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat staat niet sta‐
biel.
De kast werd onlangs inge‐
schakeld.
De temperatuur in het appa‐
raat is te hoog.
De deur is open blijven
staan.
De temperatuur is verkeerd
ingesteld.
Er werden veel voedingspro‐
ducten in een keer opgebor‐
gen.
De temperatuur in de ruimte
is te hoog.
De temperatuur van de voe‐
dingsproducten in het appa‐
raat was te hoog.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
De Coolmatic functie is inge‐
schakeld.
De compressor start niet di‐
rect.
Het apparaat staat niet wa‐
terpas.
Oplossing
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit het apparaat aan op
een ander stopcontact.
Neem contact op met een
erkend elektrotechnisch in‐
stallateur.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Zie 'Deur open alarm' of 'A‐
larm hoge temperatuur'.
Zie 'Open deuralarm' of 'Ho‐
ge temperatuuralarm'.
Sluit de deur.
Zie 'Bedieningspaneel'.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan de temperatuur
opnieuw.
Zie 'Installeren'.
Laat voedingsproducten af‐
koelen tot kamertemperatuur
voordat u ze opbergt.
Zie 'De deur sluiten'.
Zie 'Coolmatic functie'.
Dit is normaal en geen sto‐
ring.
Raadpleeg de montage-in‐
structies.