10
Standaardinstellingen in de regelaar
De eerste kolom in de tabel bevat de parameters die door de gebruiker kunnen worden
afgesteld. De tweede kolom bevat in de fabriek verrichte instellingen en de derde kolom de
instellingen die de installateur heeft verricht bij de installatie van de warmtepomp.
Zorg ervoor dat de installateur alle tijdens de installatie verrichte instellingen invoert die spe-
cifiek zijn voor uw warmtepomp. Zo kunt u later makkelijker zelf afstellingen verrichten.
Instelling
KAMER
BEDRIJF
STOOKLIJN
MIN
MAX
STOOKLIJN 5
STOOKLIJN 0
STOOKLIJN -5
WARMTESTOP
DALING
Fabrieksinstelling
20°C
AUTO
40°C
10°C
55°C
0°C
0°C
0°C
17°C
2°C
Willekeurige klantspecifieke instellingen
VUBMF110
Danfoss - 37