Bedrijf
8
Bedrijf
8.1
Kalibratie
Om de sensoren te kalibreren, zijn de kalibratie-instellingen eerst geconfigureerd via de
SmartBlue-app. De kalibratie kan vervolgens vanaf het instrument worden gestart.
Configureer de kalibratie-instellingen in de SmartBlue-app:
1.
Schakel Bluetooth in. → 26
2.
Koppel het instrument met een mobiel apparaat via de SmartBlue-app. → 20
3.
Kies het instrument in de SmartBlue-app.
4.
Navigeer naar: Calibration settings
Application >> Sensor >> Advanced settings >> Calibration settings
5.
Configureer de kalibratie-instellingen.
Bijv. fabrikant en kalibratiebuffer.
Voer de kalibratie op het instrument uit:
1.
Ga naar: Guidance
Kies de gewenste kalibratie.
2.
Druk op
om door de kalibratie te navigeren.
De volgende kalibraties kunnen worden uitgevoerd:
Type kalibratie
1-punts kalibratie
2-punts kalibratie
Kalibratie celconstante
Installatiefactor kalibratie
Lucht 100% RV kalibratie
Lucht variabele kalibratie
1-punts kalibratie
8.2
Uitlezen meetwaarden
Meetvensters worden getoond op het display wanneer een sensor is aangesloten.
Voor elke sensor zijn 3 meetvensters aanwezig met verschillende meetvariabelen→ 19.
Om door de meetvensters te scrollen:
‣
Druk op
.
Na het laatste meetvenster, keert het display terug naar het eerste meetvenster.
32
Meetparameters
ORP
pH of ISFET
Inductieve/conductieve
geleidbaarheid
Conductieve geleidbaarheid
Zuurstof
Zuurstof
Zuurstof
Liquiline Mobile CML18
Ga naar:
>> 1 point calib.
>> 2 point calibration
>> Cell constant
>> Installation factor
>> Air 100% rh
>> Air variable
>> 1 point calib.
Endress+Hauser