Liquiline Mobile CML18
8.2.1
Opslaan monster (Grab Sample)
Aan monsters kan een ID en een door de gebruiker gedefinieerde tekst worden toegekend.
Door toekenning van een ID, kunnen bijvoorbeeld monsters gemakkelijker aan een meetpunt
worden toegekend.
ID' s en de bijbehorende teksten kunnen worden aangepast via de SmartBlue-
app.→ 33
1.
Druk in het meetvenster op
Een nieuw venster verschijnt.
2.
Geef het monster een ID.
Druk op
3.
Druk op
om het monster met de gekozen ID op te slaan.
Of: druk op
8.2.2
Veranderen van de monster-ID's
De 10 vooringestelde ID' s voor monsters kunnen worden veranderd via de SmartBlue-app.
Voorbereiding
1.
Schakel Bluetooth in. → 26
2.
Koppel het instrument met een mobiel apparaat via de SmartBlue-app. → 20
Overdragen van de data
1.
Kies het instrument in de SmartBlue-app.
2.
Kies Grab sample.
3.
Selecteer ID-tekst.
Klik in de tekstregel om een individuele tekst voor de geselecteerde ID toe te
kennen.
Afhankelijk van de gekozen invoertaal, zijn maximaal 32 karakters beschikbaar voor de
individuele ID.
8.2.3
Automatisch opslaan meetwaarden (data-logger)
Configureren van de data-logger → 30.
8.2.4
Weergeven van opgeslagen meetwaarden
‣
Ga naar: Log entries
Main menu >> Diagnostics >> Log entries
Dit menu toont het aantal opgeslagen posities voor de verschillende logprocedures.
Endress+Hauser
.
om door de vooringestelde ID' s te stappen.
en houd dit vast om het monster te verwijderen.
Bedrijf
33