4 Installatie
22
■
Lengte van de lucht-/rookgasleidingen
¯
OPGELET
` De luchttoevoeropening moet geopend blijven.
` De opstellingsruimte moet voorzien zijn van de
noodzakelijke luchttoevoeropeningen. Deze mogen
niet worden verkleind of afgesloten.
4.7.2
Open opstelling (B23)
Bij een open uitvoering blijft de luchttoevoeropening open; alleen
de rookgasafvoeropening wordt aangesloten. De ketel krijgt dan de
benodigde verbrandingslucht direct uit de opstellingsruimte.
Tabel 9 toont de rookgasdiameters en maximale lengte van het
rookgasafvoerkanaal.
■
Rookgasafvoerkanaal
Model
CWH 30/...
CWH 60/...
CWH 90/...
CWH 120/...
Tabel 9
Voor 45° en 90° bochten dient de lengte volgens tabel 10 op de
maximale lengte in mindering te worden gebracht.
■
Weerstand bochten
Equivalente lengte in meter per toegepast element (open uitvoering)
Diameter
Bochtstuk 45°
Ø 80
2
Ø 130
2
Tabel 10
4.7.3
Gesloten opstelling met excentrisch
systeem van rookgasafvoer en
luchttoevoer
Voor de CWH30 en 60 is een aansluitstuk voor een
tweepijpssysteem beschikbaar, zie tabel 11. De tekening toont de
maximale lengte van luchttoevoer en rookgasafvoerkanaal. Voor
extra bochten dient de lengte volgens tabel 12 op de maximale
lengte in mindering te worden gebracht.
CWH 30/200 – CWH 60-90-120/300
Schoorsteenlengte voor open uitvoering
Ø (mm)
(m)
80
50
80
20
130
50
130
40
Bochtstuk 90°
4
4
Condensring
4
4
050914 - 7621130-01