3. Klap de motorkap naar achteren.
Verwijderen van voorste kap
1. Maak de klem op de voorste kap los met het
hulpstuk aan de contactsleutel.
2. Verwijder de voorste kap.
De rechter voetplaat verwijderen
1. Draai de knop op het pedaal voor achteruit rijden (A)
los en verwijder hem.
2. Verwijder de 3 schroeven (B) en verwijder de
voetplaat.
B
De linker voetplaat verwijderen
•
Verwijder de 4 schroeven en verwijder de voetplaat.
De stuurkabels inspecteren
Na verloop van tijd kan de spanning van de stuurkabels
afnemen. Hierdoor verandert de afstelling van de
besturing.
U moet de besturing als volgt inspecteren en afstellen:
838 - 006 - 07.10.2020
B
A
B
B
1. De kabels hebben de juiste spanning wanneer u ze
met de hand 5 mm omhoog of omlaag in de groef op
de stuurbeugel kunt bewegen.
2. Als de kabels te slap zijn gespannen, moet u ze door
een erkende servicewerkplaats laten afstellen.
De parkeerrem controleren
1. Parkeer het product op een harde ondergrond die
afloopt.
Let op:
Parkeer het product niet op een
grashelling wanneer u de parkeerrem controleert.
2. Trap het parkeerrempedaal in (1).
3. Zet de parkeerrem vrij terwijl u de vergrendelknop
(2) ingedrukt houdt.
1
4. Als het product begint te bewegen, moet u de
parkeerrem door een erkende servicewerkplaats
laten afstellen.
5. Bedien het parkeerrempedaal opnieuw om de
parkeerrem uit te schakelen.
Het brandstoffilter vervangen
1. Open de motorkap om bij het brandstoffilter te
kunnen.
2. Knijp de slang van de brandstoftank dicht om
lekkage te voorkomen.
3. Gebruik een platte tang om de slangklemmen van
het brandstoffilter te verwijderen.
2
99