4.1 Overleg met uw zorgverleners
Bepaal samen met uw zorgverlener uw doelbereik voor glucose en
uw waarschuwingsinstellingen. Bespreek hoe u met het iCan i3 CGM-
systeem binnen uw doelbereik kunt blijven. Laat uw zorgverlener u
wegwijs maken in de functies van het systeem, zoals het aanpassen van
uw waarschuwingsinstellingen aan uw behoeften en doelen, het werken
met CGM-resultaten en trendpijlen voor behandelingsbeslissingen en
het beheren van uw diabetes met het systeem.
Denk eraan dat veranderingen in uw insulineroutine voorzichtig en
alleen onder medisch toezicht moeten worden doorgevoerd.
4.2 Wanneer uw bloedglucosemeter te gebruiken
WAARSCHUWING:
CGM-resultaten, gebruik dan uw bloedglucosemeter bij het nemen van
beslissingen over de behandeling. Indien de resultaten van uw CGM
niet consistent overeenkomen met uw symptomen of de waarden van
uw bloedglucosemeter, bespreek dit dan met uw zorgverlener.
Zorg ervoor dat u uw bloedglucosemeter altijd bij u hebt of er
onmiddellijk bij kunt.
4.3 Uw CGM gebruiken om u te helpen bij
beslissingen over de behandeling
Zoek samen met uw zorgverlener uit wat het beste voor u is bij het
nemen van beslissingen over de behandeling. Volg altijd zijn of haar
instructies op bij het nemen van beslissingen over de behandeling. U
blijft uw BG-meter best gebruiken totdat u vertrouwd bent met de iCan
i3 CGM.
CGM Gebruikershandleiding
Deel 4: Behandelingsbeslissingen
Indien uw symptomen niet overeenkomen met uw
54