E-mailadressen opslaan
Er bestaan twee soorten e-mailadressen: Lokaal in het geheugen van het
apparaat en Globaal op de LDAP-server. Deze verschillen afhankelijk van
de plaats waar ze zijn opgeslagen. Lokaal betekent dat e-mailadressen
worden opgeslagen in het geheugen van het apparaat, terwijl Globaal
impliceert dat de e-mailadressen op een opgegeven (LDAP-) server worden
opgeslagen.
Via SyncThru™ Web Service kunt u eenvoudig e-mailadressen invoeren en
importeren uit uw computer.
Opslaan op uw computer
Deze methode veronderstelt dat u uw e-mailadressen in het geheugen van uw
apparaat opslaat. U kunt e-mailadressen toevoegen en ze in aparte categorieën
groeperen.
Individual
1. Schakel de computer die op het netwerk is aangesloten in en open de
webbrowser.
2. Typ het IP-adres van het apparaat in de adresregel van de browser.
3. Klik op Ga naar om toegang te krijgen tot de SyncThru™ Web Service.
4. Klik op Address Book.
5. Klik op Add.
6. Wanneer het scherm Add E-Mail verschijnt, selecteert u Speed No. van 1
tot 500, en voert u User Name en E-mail Address in.
7. Klik op Apply.
8. Controleer of de e-mailberichten op de juiste wijze zijn opgeslagen en op uw
apparaat worden weergegeven door op het tabblad Lokaal > Individueel te
drukken.
Group
1. Open de SyncThru™ Web Service vanaf de computer.
2. Zorg dat u Individual Address Book hebt geconfigureerd.
3. Klik op Address Book > E-mail Groups.
4. Klik op Add Group.
5. Voer Group Name en Speed No. in.
6. Individuele adressen aan de e-mailgroep toevoegen.
7. Klik op Apply.
8. Controleer of de e-mailberichten op de juiste wijze zijn opgeslagen en op uw
apparaat worden weergegeven door op Group te drukken.
Global
E-mailadressen die in Global zijn opgeslagen op uw apparaat, worden verwerkt
door de LDAP-server.
1. Schakel de computer die op het netwerk is aangesloten in en open de
webbrowser.
2. Typ het IP-adres van het apparaat in de adresregel van de browser.
3. Klik op Ga naar om toegang te krijgen tot de SyncThru™ Web Service.
4. Meld u aan als beheerder op de website. (Zie "Gebruiken SyncThru™ Web
Service" op pagina 122.)
5. Klik op Security > Network Security > External Authentication Server >
LDAP Server.
6. Voer LDAP Server en Port in.
7. Voer optionele gegevens in.
8. Klik op Apply.
De LDAP-beheerder moet de e-mailadresgegevens opslaan. De
opslagmethode verschilt afhankelijk van de server en het
besturingssysteem.
E-mailadressen invoeren via het adresboek
Eens u veelgebruikte e-mailadressen hebt opgeslagen in het adresboek,
kunt u ze alsvolgt een voor een invoeren:
1. Druk op Lokaal of Globaal op het tabblad Basis van Scan nr
e-mail.
2. Druk op de toets voor de eerste letter van het adres dat u zoekt.
Of druk op Zoeken om het volledige e-mailadres in te voeren en
druk vervolgens op OK.
Zodra de zoekopdracht is voltooid, worden de zoekresultaten
weergegeven op het scherm.
3. Druk op Van en selecteer het gewenste e-mailadres uit de e-maillijst
en druk vervolgens op Toep..
Doe hetzelfde om Aan, CC of BCC in te voeren.
4. Druk op OK.
E-mailadressen invoeren met het toetsenbord
Als u op het invoerveld Van, Aan, CC of Bericht drukt, verschijnt het
toetsenbord op het weergavescherm.
De volgende procedure illustreert hoe u bij wijze van voorbeeld
"abcdefg@abc.com" invoert.
1. Druk op Van op het tabblad Basis van Scan nr e-mail.
2. Druk op a, b, c, d, e, f, g.
3. Druk op @.
4. Druk op a, b, c.
5. Druk op . en druk op c, o, m.
Om gegevens in te voeren in andere velden, drukt u op
pijl-links of pijl-rechts bovenaan links op het toetsenbord.
6. Druk op OK nadat u alle gegevens hebt ingevoerd.
Originelen inscannen en naar uw computer
verzenden (Scan nr pc)
U kunt een afbeelding scannen op het apparaat via het programma
Samsung Scanbeheer dat geïnstalleerd is op uw met een netwerk
verbonden computer.
Voor een via USB aangesloten apparaat
Dit is een basisscanmethode voor een apparaat dat via USB is verbonden.
1. Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld
is.
2. Plaats originelen in de ADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats
een enkel origineel op de glasplaat van de scanner met de bedrukte
zijde naar onder.
(Zie "Originelen plaatsen" op pagina 47.)
3. Druk op Scan in het hoofdscherm.
4. Druk op Scan nr pc.
5. Controleer of Lok pc wordt weergegeven.
Druk, indien nodig, op de pijl-rechts om van Netwerk-pc over te
schakelen naar Lok pc.
6. Druk op Login.
7. Selecteer een toepassing in de lijst met toepassingen en druk op
Selecteren.
8. Druk op de toets Start op het bedieningspaneel om te beginnen
scannen.
9. Het origineel wordt ingescand en naar uw computer verzonden.
Scannen_ 79