Transparanten kopiëren
Als u transparanten nodig hebt voor een presentatie gebruikt u deze functie
om de gegevens te kopiëren.
Voor u begint met deze bijzondere kopieertaak moet u Papiertype en
Papierformaat instellen op Transparanten. (Zie "Papierformaat en
-type instellen" op pagina 53.)
1. Plaats de originelen in de ADI met de bedrukte zijde naar boven. U kunt
ook één origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van
de scanner plaatsen. (Zie "Originelen plaatsen" op pagina 47.)
2. Plaats transparanten van het juiste formaat in de lade die u hebt
ingesteld.
3. Stel de papiersoort in op Transparanten.
4. Druk op Kopie in het hoofdscherm.
5. Druk op het tabblad Geavanceerd > Transparanten.
6. Selecteer de optie Transparanten.
•
Geen scheidingsvel: hiermee wordt er geen scheidingsvel tussen
de transparanten geplaatst.
•
Blanco vel: hiermee wordt een leeg vel tussen de transparanten
geplaatst.
•
Afgedrukt vel: hiermee wordt dezelfde afbeelding op de
scheidingsvellen afgedrukt als op de transparanten.
7. Selecteer bronnen voor afdrukmateriaal als u Blanco vel of Afgedrukt
vel hebt geselecteerd.
8. Druk op OK.
9. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen met kopiëren.
Randen wissen
U kunt het origineel zonder randen of marges kopiëren.
1. Plaats één document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat
en sluit het scannerdeksel. Plaats de originelen in de ADI met de
bedrukte zijde naar boven. (Zie "Originelen plaatsen" op pagina 47.)
2. Druk op Kopie in het hoofdscherm.
3. Druk op het tabblad Afbeelding > Rand wissen.
4. Selecteer de juiste optie.
•
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
•
Rand wissen: hiermee wist u hetzelfde aantal randen op de
kopieën.
•
Klein origineel wissen: hiermee wist u 6 mm van de randen van de
kopieën. Voor deze functie moet het origineel op de glasplaat van de
scanner worden geplaatst.
•
Perforatie wissen: hiermee verwijdert u markeringen van
perforatie-openingen aan de linkerrand van de kopieën.
•
Midden en rand boekje wissen: hiermee verwijdert u schaduwen
als gevolg van de rand of binding van een boek in het midden en aan
de zijkanten van de kopieën. Deze functie is alleen van toepassing
op het kopiëren van een boek. (Zie "Boek kopiëren" op pagina 73.)
Als u de optie Boekje kopiëren hebt ingesteld op Uit, kunt u
Midden en rand boekje wissen niet gebruiken.
5. Druk op OK.
6. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen met kopiëren.
Achtergrondafbeeldingen wissen
Deze functie is handig als u originelen kopieert die kleuren op de
achtergrond bevatten, bijvoorbeeld in kranten of catalogi.
1. Plaats de originelen in de ADI met de bedrukte zijde naar boven. Plaats
één document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat en sluit
het scannerdeksel. (Zie "Originelen plaatsen" op pagina 47.)
2. Druk op Kopie in het hoofdscherm.
3. Druk op het tabblad Afbeelding > Achtergrond wissen.
4. Selecteer de juiste optie.
•
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
•
Auto: optimaliseert de achtergrond.
•
Verbet.: hoe hoger het getal, hoe levendiger de achtergrond.
•
Wissen: hoe hoger het getal, hoe lichter de achtergrond.
5. Druk op OK.
6. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen met kopiëren.
Marges verschuiven
U kunt ruimte voor een binding vrijmaken door de marge van een pagina te
verschuiven.
1. Plaats de originelen in de ADI met de bedrukte zijde naar boven. Plaats
één document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat en sluit
het scannerdeksel. (Zie "Originelen plaatsen" op pagina 47.)
2. Druk op Kopie in het hoofdscherm.
3. Druk op het tabblad Afbeelding > Marge verschuiven.
4. Selecteer de optie Marge verschuiven.
•
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
•
Auto centreren: hiermee wordt de kopie automatisch gecentreerd.
Voor deze functie moet het origineel op de glasplaat van de scanner
worden geplaatst.
•
Aangepaste marge: hiermee kunt u de marges naar links, rechts,
beneden en boven verplaatsen met behulp van de pijlen. Deze optie
is zowel van toepassing voor een origineel dat op de glasplaat van
de scanner of in de ADI wordt geplaatst.
5. Druk op OK.
6. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen met kopiëren.
De standaard kopieerinstellingen wijzigen
Als u steeds op basis van dezelfde instellingen wilt kopiëren, kunt u meteen
de standaardinstelling wijzigen. Zie "Standaardinstellingen wijzigen" op
pagina 46.
Kopiëren_ 74