8.4.2
n
NL
8.4.3
n
8.5
w
112
2.
Installeer een inlaatcombinatie (2).
3.
Sluit de overstroomaansluiting van de inlaatcombinatie aan op een open leiding voor
afvalwater.
Warmwateraansluiting
Opmerking
Isoleer lange warmwaterleidingen om onnodig energieverlies te voorkomen.
De warmwateraansluiting installeren:
1.
Installeer een afsluiter (11) in de warmwateruitlaatleiding voor
onderhoudswerkzaamheden.
2.
Installeer een T&P-ventiel (3).
3.
Installeer een temperatuurmeter (12), indien van toepassing.
Circulatie-aansluiting
Installeer een circulatiesysteem wanneer een directe stroom van warm water bij tappunten
(in warmwaterleiding) nodig is. Dit verbetert het comfort en vermindert watergebruik.
Opmerking
Sluit de circulatieleiding (C) aan op de koudwaterinlaat.
Opmerking
Zorg dat de circulatiepomp het juiste vermogen heeft voor de lengte en de weerstand
van het circulatiesysteem.
Een circulatiepomp installeren:
1.
Installeer een circulatiepomp (6).
2.
Installeer een terugslagklep (5) na de circulatiepomp er zeker van te zijn dat de
richting van de circulatie correct is.
3.
Installeer een afsluiter (4) voor de circulatiepomp.
4.
Installeer een afsluiter (4) na de terugslagklep.
5.
Sluit de circulatieleiding (C) aan op de koudwaterinlaat, tussen de boiler en de
inlaatcombinatie (2).
Elektrische aansluitingen
Waarschuwing
Laat de boiler spanningsloos (geïsoleerd) tot deze in gebruik wordt genomen.
Gedeelte over de installatie en het onderhoud