Opgeslagen taken verwijderen
Documenten die u op de printer hebt opgeslagen, kunt u verwijderen wanneer u ze niet meer nodig hebt. U kunt
ook het maximum aantal taken aanpassen dat voor de printer wordt opgeslagen.
Een taak verwijderen die op de printer is opgeslagen
Gebruik het bedieningspaneel om een taak te verwijderen die is opgeslagen in het printergeheugen.
1.
Selecteer in het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer het pictogram
taakopslag.
2.
Selecteer de naam van de map waarin de taak is opgeslagen of selecteer
weer te geven.
3.
Selecteer de naam van de taak. Als de taak privé of gecodeerd is, voert u de pincode in of selecteert u
om het toetsenbord weer te geven waarin u het wachtwoord kunt invoeren.
4.
Selecteer de knop Prullenbak
De limiet voor het opslaan van taken wijzigen
Wanneer een nieuwe taak in het printergeheugen wordt opgeslagen, overschrijft de printer alle voorgaande
taken met dezelfde gebruiker- en taaknaam. Als een taak nog niet is opgeslagen onder dezelfde gebruikers-
en taaknaam en als de printer extra ruimte nodig heeft, kunnen andere opgeslagen taken automatisch worden
verwijderd, te beginnen met de oudste taak.
Als u het aantal taken dat kan worden opgeslagen in de printer wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1.
Navigeer van het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing
selecteer vervolgens het pictogram Instellingen.
2.
Open de volgende menu's:
a.
Kopiëren/afdrukken
b.
Opgeslagen taken beheren
c.
Limiet voor opslaan van tijdelijke taken
3.
Gebruik het toetsenblok om het aantal taken in te voeren dat wordt opgeslagen in de printer.
4.
Selecteer
Informatie die naar de printer is verzonden voor de boekhouding
Afdruktaken die worden verzonden vanaf stuurprogramma's op de client (bijv. pc) kunnen persoonlijke informatie
verzenden naar apparaten voor afdrukken en beeldverwerking van HP. Dit kan onder andere de gebruikersnaam
zijn en de naam van de client waar de taak vandaan komt. Deze informatie kan, afhankelijk van de instellingen
die de beheerder van het afdrukapparaat heeft bepaald, worden gebruikt voor de boekhouding. Deze informatie
kan ook met de taak worden opgeslagen op het apparaat voor massaopslag (bijv. schijfstation) van het
afdrukapparaat als u de taakopslagfunctie gebruikt.
54
Hoofdstuk 4 Afdrukken
om de taak te verwijderen.
of
Afdrukken
OK
of
Gereed
om de instelling op te slaan.
Afdrukken vanuit
Kiezen
om de lijst met mappen
Instellingen
OK
en