4.
Plaats het papier in de lade.
Raadpleeg
papier.
5.
Zorg ervoor dat alle vier de hoeken van de stapel papier plat zijn. Schuif de papierlengte- en
breedtegeleiders tegen de stapel papier.
OPMERKING:
van de stapel niet boven de indicator voor de maximale stapelhoogte uitkomt.
6.
Sluit de lade wanneer de stapel papier niet boven de indicator voor de maximale stapelhoogte uitkomt.
7.
Open op uw computer de softwaretoepassing en begin met afdrukken. Zorg ervoor dat de driver staat
ingesteld op de juiste papiersoort en -grootte voor het papier dat wordt afgedrukt vanuit de lade.
Afdrukstand van het papier in lade 3
Als u papier gebruikt dat een bepaalde afdrukstand vereist, plaatst u dit aan de hand van de informatie in de
volgende tabel.
Afdrukstand van het papier in lade 3 op pagina 23
Plaats niet te veel papier in de lade om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant
voor informatie over de afdrukstand van het
Afdrukstand van het papier in lade 3
23