8. Bediening
a) In- en uitschakelen van de apparaten
Druk op de aan/uit-knop (10 of 16) om de apparaten in te schakelen.
Om de apparaten uit te schakelen, houdt u de aan/uit-knop (10 of 16) ongeveer 2 seconden ingedrukt.
Opmerking: Plaats de bijgevoegde batterijen voordat u met de kabeldetector gaat werken.
b) Meetmethoden
De kabeldetector kan in drie verschillende modi worden gebruikt. De ontvanger heeft een visuele en een auditieve
indicator in alle modi.
• Automatische modus
Automatische modus vergemakkelijkt snelle kabeldetectie. Er hoeven geen instellingen te worden geconfigureerd.
De ontvanger stelt automatisch de gevoeligheid in om de beste meetresultaten te bereiken.
• Handmatige modus
De handmatige modus is ideaal voor het selecteren van kabels of het uitvoeren van metingen bij een hogere
gevoeligheid. De gevoeligheid moet handmatig worden ingesteld.
Druk op "MODE" om over te schakelen naar handmatige modus. "SENSE" wordt weergegeven.
De pijlen (6 en 9) worden gebruikt om de gevoeligheid in te stellen. De weergegeven bogen komen overeen met
de gevoeligheid (weinig bogen = hoge gevoeligheid, veel bogen = lage gevoeligheid).
Als u nogmaals op de "MODE"-knop drukt, keert u terug naar de automatische modus.
85