3.2 Het kalibreren van de laskabel
De weerstand van de laskabel kan worden gemeten met behulp van de ingebouwde kabelkalibratiefunctie zonder een
extra meetkabel. Deze kalibratiefunctie is alleen beschikbaar in de MIG-bedieningsmodus.
1.
Sluit de werkstukkabel aan op het lasapparaat en het werkstuk.
2.
Verwijder het gasmondstuk van het laspistool.
3.
Sluit het laspistool aan op de lasmachine.
4.
Schakel het lasapparaat in.
5.
Ga op het functiepaneel naar de systeeminstellingen en schakel de kabelkalibratie in (zie "Functiepaneel: Sys-
teeminstellingen" op pagina 45).
6.
Raak het gereinigde werkstuk kort aan met de contacttip van het laspistool.
Het is niet nodig om de schakelaar in te drukken. In deze fase is de schakelaarfunctie uitgeschakeld.
7.
Bevestig de gemeten waarden met het gebruik van het functiepaneel.
© Kemppi
36
Master M 205, 323
Gebruiksaanwijzing - NL
1922130 / 2325