Inhoudsopgave
Advertenties
2.10 Gasfles installeren en gasstroom testen
Ga voorzichtig om met gasflessen. Bij beschadiging van de gasfles of het flesventiel bestaat risico op letsel.
Bevestig de gasfles altijd correct rechtop aan een speciale wandhouder of op de wagen van de lasapparatuur. Houd
de gaskraan van de gasfles altijd gesloten als u niet last.
- Als een wagen met een gasflesrek wordt gebruikt, installeer dan eerst de gasfles op de wagen en sluit deze daarna
pas aan.
- De maximale aanbevolen grootte van de gasfles die op de T22M-wagen moet worden geïnstalleerd, is 20 liter.
- Bevestig het laspistool eerst aan het lasapparaat voordat u de gasfles installeert en test.
Neem voor de keuze van het gas en de apparatuur contact op met uw plaatselijke Kemppi-dealer.
1.
Zonder gasfleswagen: plaats de gasfles op een geschikte, veilige plaats.
2.
Met gasfleswagen: zet de gasfles op het gasflesrek van de transportunit en zet deze op zijn plaats vast met de mee-
geleverde banden en bevestigingspunten.
3.
Sluit het laspistool aan op de lasmachine, als u dat nog niet had gedaan (zie: "Laspistool aansluiten" op pagina 18).
4.
Sluit de gasslang aan op het lasapparaat.
© Kemppi
30
Master M 205, 323
Gebruiksaanwijzing - NL
1922130 / 2325
Advertenties
Inhoudsopgave
