RTP-poort
Voer een bereik van poortnummers in dat voor RTP-poorten moet worden
gebruikt. Dit bereik moet in het LAN (router) voor het toestel zijn gereserveerd.
Voer in het linker veld het kleinste poortnummer en in het rechter veld het
grootste poortnummer van het poortnummerbereik in (waarden tussen 1024
en 55000).
Grootte van het poortnummerbereik:
Het verschil tussen de poortnummers moet tenminste 6 zijn als u twee simul-
tane VoIP-gesprekken op uw toestel wilt toelaten. Het moet tenminste 4 zijn als
u slechts één VoIP-gesprek wilt toelaten (
staan
op
pagina
Het kleinere poortnummer van het bereik (in het linker veld) moet een even
nummer zijn. Als u hier een oneven getal invoert, wordt automatisch het eerste
lagere even getal ingesteld. Voert u bijvoorbeeld 5003 in, dan wordt 5002 inge-
steld).
Het standaard-poortnummer voor spraakoverdracht is 5004.
Willekeurige poorten gebruiken = Ja
SIP-poort
Voer het poortnummerbereik in waaruit de SIP-poort moet worden gekozen.
Voer in het linker veld het kleinste poortnummer en in het rechter veld het
grootste poortnummer van het poortnummerbereik in (waarden tussen 1024
en 49152).
Dit poortnummerbereik mag niet overlappen met het poortnummerbereik dat
RTP-poort
u onder
De standaardinstelling is 5060 tot 5076.
RTP-poort
Voer een poortnummerbereik in waaruit de RTP-poort moet worden gekozen.
Voer in het linker veld het kleinste poortnummer en in het rechter veld het
grootste poortnummer van het poortnummerbereik in.
De standaardinstelling is 5004 tot 5020.
¤
Klik vervolgens op de knop Opslaan om de instellingen op te slaan.
35).
heeft gedefinieerd.
¢
Optie
Slechts 1 VoIP-gesprek toe-
59