Telefoonnummer
Voer het nummer in waarnaar de oproepen moeten worden doorgeschakeld
(maximaal 32 tekens 0 - 9, *, #, R (flash), P (pauze)). Houd er rekening mee dat u
bij doorschakelen naar een lokaal telefoonnummer in het vaste net eventueel
ook het regionummer moet aangeven. Dit is afhankelijk van de VoIP-provider en
de instelling voor het automatisch kiezen van het regionummer,
De instellingen worden alleen toegepast op het geselecteerde telefoonnummer in
Verbindingen.
¤
Klik vervolgens op de knop Opslaan om de instellingen op te slaan.
Let op
De oproepdoorschakeling voor uw vaste telefoonverbinding resp. uw ISDN-ver-
binding kunt u ook op de basistelefoon of een van de aangemelde handsets in-
of uitschakelen.
46
¢
pagina
48.