Telefonie – Nummer toewijzen:
Uitgaande en inkomende lijnen toewijzen
Voor de basistelefoon en elk aangesloten apparaat kunt u aangeven, welke lijnen
(verbindingen) van uw telefoon moeten worden gebruikt als inkomende en/of uit-
gaande lijnen.
Opmerkingen
Als u besluit geen lijnen toe te wijzen, dan zijn de volgende verbindingen toege-
wezen aan de basistelefoon en de aangesloten apparaten:
u
Inkomende lijnen van de basistelefoon en de aangemelde handsets: alle lij-
nen van de telefoon (vast telefoonnet/ISDN, Gigaset.net en VoIP) alsmede de
GSM-verbinding van uw mobiele telefoon (mits deze via Bluetooth is aange-
meld en ingeschakeld; verbonden; GSM).
u
Uitgaande lijnen van de basistelefoon en de aangemelde handsets: de ana-
loge vaste telefoonverbinding resp. de ISDN-MSN die u als eerste heeft inge-
voerd in de configuratie van uw telefoon.
Als de basistelefoon aangesloten is op het ISDN-net en er geen MSN's zijn
geconfigureerd, wordt de eerste VoIP-lijn van de configuratie gebruikt als uit-
gaande lijn.
u
Aan het eerste antwoordapparaat van de basistelefoon zijn alle verbindingen
(inclusief de GSM-verbinding van een via Bluetooth verbonden mobiele tele-
foon) toegewezen als inkomende lijnen. Aan de beide andere antwoordap-
paraat zijn geen inkomende lijnen toegewezen.
u
Als de faxaansluiting ingeschakeld is (zie de gebruiksaanwijzing van de basis-
telefoon op de meegeleverde CD), dan zijn aan het faxapparaat ook alle ver-
bindingen (inclusief de GSM-verbinding van een via Bluetooth verbonden
mobiele telefoon) toegewezen als inkomende lijn. De analoge vaste tele-
foonverbinding resp. de eerste ISDN-MSN in de configuratie zijn de fax als uit-
gaande lijn toegewezen.
39