4.8 Beheer zonecontrolefunctie
LET OP:
Om deze functie te gebruiken, hebt u de Touch Room HMI of een thermostaat van derden nodig.
Raadpleeg de handleiding voor gebruik en onderhoud van de unit en de gebruikshandleiding
"Touch Room HMI" voor meer informatie met betrekking tot de installatie en de werking.
LET OP:
Bepaalde informatie in dit hoofdstuk heeft betrekking op de temperatuurregelingen van de
zonecontrolefunctie van hoofdstuk 4.1.2.
4.8.1 Configuratie installatie
Via de controller van de warmtepomp kunt u verschillende types selecteerbare installaties configureren door parameter
STG00178 in te stellen.
In de volgende tabel staan de configureerbare installaties.
Parameter
Menu
STG0178
Settings2
0
Settings2
1
Settings2
2
Settings2
3
LET OP:
Via de parameters STG0179 e STG0180 kunt u het type controle van de aanwezige zones selecteren.
U kunt beide HT- en LT-zones controleren met een thermostaat van derden en tot één zone met de
touch-thermostaat (Touch Room HMI). Het is niet mogelijk om beide zones met twee Touch Room
HMI-thermostaten te beheren.
1° zone hoge temperatuur
(ventilatorconvectoren/verw
1° gemengde zone
X
X
armingsradiatoren)
X
X
X
NL
Recirculatie DHW
X
509