Voorbeeld 4
Installatie met warmtepomp en ketel in toevoer zonder inertieaccumulatie. Plaats de sonde op de toevoerleiding van
de installatie.
Stel parameter DHW00023 in op 2: toevoer.
Afbeelding 4-22: voorstelling installatie warmtepomp en ketel zonder inertieaccumulatie.
LET OP:
Raadpleeg het elektrische schema van de unit voor meer details.
4.3.3 Regeling van de hulpbron ter vervanging
De alternatieve bron wordt ingeschakeld als de temperatuur van de sonde inertie plant onder de waarde daalt van de
parameter "Proportionele band Plant", ten opzichte van de parameter "setpoint Plant", vast of bepaald door de
compensatiecurves, indien geactiveerd.
Figura 4-23: werkingsschema regelaar accumulatie Plant met vulling accumulatie van het vervangingstype.
De warmtepomp stopt met het vullen van de installatieaccumulatie en het vullen wordt voldaan door de alternatieve
warmtebron in de volgende gevallen:
-
de instelling van de installatie wordt bereikt, typische conditie;
-
de warmtepomp is geblokkeerd;
-
de limiet op de temperatuur van de buitenlucht (DHW0028) voor de activering van de hulpbron is bereikt.
De vervanging wordt aan de hand van de volgende parameters geactiveerd: SET0002 = 1 (winter), SET0003 = 2
(heatpump + ketel ter vervang.) en DHW0023 = 1 of 2 (naargelang de configuratie van de installatie. Zie hoofdstuk 4.3.2).
N
%
100%
Proportionele band Plant (DHW0024)
T
accumulatie
plant
Set watertemperatuur
NL
490