Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

MANUAL CODE:
RM_W3000+_TA14_00_10_23_EN-DA-NL-PL
W3000+
RESIDENTIAL USER MANUAL
The original language is Italian. All other languages are translations of the original.
EN
For safe, proper use, read this manual and the unit installation, use, and maintenance manual
thoroughly.
BRUGERVEJLEDNING TIL BOLIGER
Brugsanvisningens originale sprog er italiensk. Alle andre sprogversioner er oversættelser af den
DA
originale brugsanvisning.
Læs og forstå denne vejledning samt installations-, brugs- og vedligeholdelsesvejledningen med
omhu, for sikker og korrekt brug.
HANDLEIDING RESIDENTIËLE GEBRUIKER
Italiaans is de oorspronkelijke taal. De versies in andere talen zijn vertalingen van het origineel.
NL
Lees deze handleiding en de handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud van de unit
aandachtig voor een veilig en correct gebruik.
PODRĘCZNIK UŻYTKOWANIA W OBIEKCIE MIESZKALNYM
Językiem oryginału jest język włoski. Pozostałe wersje językowe są tłumaczeniem oryginału.
PL
Aby zapewnić bezpieczne i prawidłowe użytkowanie, należy dokładnie przeczytać niniejszy podręcznik
oraz instrukcję instalacji, obsługi i konserwacji agregatu.
Version 14

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Mitsubishi Electric W3000+

  • Pagina 1 MANUAL CODE: RM_W3000+_TA14_00_10_23_EN-DA-NL-PL W3000+ Version 14 RESIDENTIAL USER MANUAL The original language is Italian. All other languages are translations of the original. For safe, proper use, read this manual and the unit installation, use, and maintenance manual thoroughly. BRUGERVEJLEDNING TIL BOLIGER Brugsanvisningens originale sprog er italiensk.
  • Pagina 2 Vooraleer handelingen op de machine uit te voeren, moet u deze handleiding aandachtig lezen en ervoor zorgen dat u alle aanwijzingen en informatie in het document hebt begrepen Bewaar dit document op een bekende plaats die makkelijk bereikbaar is gedurende de hele operationele levensduur van de machine. Deze handleiding is opgesteld door MEHITS S.p.A.: volledige of gedeeltelijke reproductie van deze handleiding is verboden.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud 1 ALGEMENE INFORMATIE ............................ 360 1.1 Beschikbare toetsenborden ..........................360 1.1.1 W3000 compact toetsenbord ....................... 360 1.1.2 KIPLink ............................... 364 Andere wijzen om de unit in/uit te schakelen ................... 368 1.2.1 Inschakeling en uitschakeling via digitale ingang .................. 368 1.2.2 Inschakeling en uitschakeling via tijdsperioden ..................
  • Pagina 4 4.7.2 Contact signalering alarm ........................508 4.7.3 Contact signalering werkingsmodus zomer/winter ................508 Beheer zonecontrolefunctie ........................509 4.8.1 Configuratie installatie ......................... 509 4.8.2 Beheer zone lage temperatuur......................510 4.8.3 Beheer zone hoge temperatuur ......................511 4.8.4 Ontvochtiger ............................512 4.8.5 Recirculatie DHW ..........................
  • Pagina 5: Algemene Informatie

    1 ALGEMENE INFORMATIE 1.1 Beschikbare toetsenborden Op de controller W3000+ kunnen diverse gebruikersterminals worden gekoppeld: • W3000 compacte LCD-terminal (display pGD1 – 8 lijnen x 22 kolommen) KIPLink (Keyboard in your Pocket, wifi-interface). • De unit kan alleen starten als alle elementen die de unit kunnen starten op ON staan. Als slechts één besturingselement op OFF staat dan blijft de unit uit, waarbij op de HMI (Human Machine Interface) wordt getoond door welk element de machine op OFF blijft staan.
  • Pagina 6: In-/Uitschakeling Van De Unit

    1.1.1.1 In-/uitschakeling van de unit Via de ON/OFF parameter In het hoofdscherm wordt de parameter “Com: ON/OFF” weergegeven. De aanduiding “OFF” geeft aan dat de unit uitgeschakeld is, “ON” dat de unit ingeschakeld is. Voer de volgende procedure uit: Inschakeling: ga naar de parameter “On/Off”, druk op [ENTER] en dan op de toets [UP] of [DOWN], tot het •...
  • Pagina 7: Navigatie In De Menu's

    warmtepompstand in te stellen (alleen als de digitale ingang voorhanden is en als de functie “dubbel setpoint” in het “gebruikersmenu” vrijgegeven is). • In het “I/O menu” worden de status van de digitale ingangen en de door de analoge ingangen afgelezen waarden aangegeven.
  • Pagina 8: Instelling Van De Werkingsmodus

    Toegang tot het menu Druk op de toets MENU [PRG] links om het hoofdmenu te openen. 1.1.1.5 Instelling van de werkingsmodus Om de werkingsmodus te wijzigen, opent u het hoofdmenu en selecteert u het item “setpoint”, daarna gaat u naar het veld “werkingsmodus”.
  • Pagina 9: Kiplink

    1.1.2 KIPLink Op de machine kan de KIPlink aanwezig zijn, waarmee de machine in 3 modi kan worden aangestuurd: • Als lees-toetsenbord via Mehits APP. Als lokaal monitoringsysteem via de functie “local monitoring”. • Als extern monitoringsysteem door middel van VPN of andere technologieën voor rekening van de klant om de •...
  • Pagina 10: De Unit Inschakelen En Uitschakelen

    1.1.2.1 De unit inschakelen en uitschakelen Handel als volgt om de unit in en uit te schakelen: 1. Druk in een willekeurig scherm op de ON/OFF-knop die uiterst links op de balk onderaan staat. Afbeelding 1-6: ON/OFF-knop. Er verschijnt een scherm waarop u de inschakeling “Inschakelen” bevestigt, ofwel die annuleert door op “cancel” te drukken.
  • Pagina 11: Instelling Werkingsmodus En Setpoint Unit Via Kiplink

    1.1.2.2 Instelling werkingsmodus en setpoint unit via KIPLink Om de werkwijze en de setpoint van de unit in te stellen, voert u onderstaande handelingen uit: selecteer het pictogram/de toets “Werkingsmodus en Setpoint” ofwel selecteert u vanuit een willekeurig scherm Snelmenu en selecteer vervolgens het pictogram/de toets “Werkingsmodus en Setpoint”.
  • Pagina 12 Om de werkingsmodus via de voorziene keuzeschakelaar te wijzigen, drukt u op het gewenste werkingstype uit de beschikbare types van de unit. Er verschijnt een pop-up ter bevestiging van de wijziging, gevolgd door een voor het verzenden van de wijziging in de unit: Afbeelding 1-11: bevestiging wijziging werkingsmodus.
  • Pagina 13: Andere Wijzen Om De Unit In/Uit Te Schakelen

    Naast de wijzen om in en uit te schakelen die in de vorige paragrafen beschreven staan (zie paragraaf 1.1.1.1 en 1.1.2.1), zijn er nog drie andere manieren om de unit in en uit te schakelen: ON/OFF via externe systeemcontrollers Mitsubishi Electric. •...
  • Pagina 14 Afbeelding 1-14: voorbeelden voor de dagelijkse instelling van tijdsperioden. Week Afbeelding 1-15: voorbeelden voor de wekelijkse instelling van tijdsperioden.
  • Pagina 15: Inschakeling En Uitschakeling Via Supervisieprotocol

    1.2.3 Inschakeling en uitschakeling via supervisieprotocol LET OP: Voor de instelling van het protocol en de betreffende adressering raadpleegt u de handleiding voor interface met W3000+ met betrekking tot de gebruikte versie. Alleen als de seriële kaart aanwezig is. Controleer in het “gebruikersmenu” of de parameter “Configuratie van de seriële lijn” niet op “Niet vrijgegeven” staat en of de parameter “Vrijgave On/Off via supervisiesysteem”...
  • Pagina 16: Keuze Van De Taal

    1.3 Keuze van de taal Het bijzondere van de nieuwe hardware is dat het over een extra geheugen beschikt waar alle ondersteunde talen in staan. Tijdens het programmeren worden alle talen in de controller geladen. De eindgebruiker kan de taal die op de display weergegeven wordt dus zelf kiezen door middel van een eenvoudige procedure.
  • Pagina 17 copy process is running Het hiernaast aangegeven scherm verschijnt, dat aangeeft dat het kopiëren bezig is. ok, copy completed. wait for restart Aan het einde van het installatieproces verschijnt het hiernaast aangegeven scherm. I/O BOARD FAULT Tijdens het proces kunnen er aanduidingen zoals “I/O BOARD FAULT” of “NO LINK”...
  • Pagina 18: Beheer Functies Met Licentie

    1.4 Beheer functies met licentie Het beheer van de vrijgave van de functies met licentie stelt u in staat om de met wachtwoord beveiligde functies te activeren en te deactiveren. De wachtwoorden zijn uniek en worden door het systeem gegenereerd op basis van het serienummer van de unit en de functiecode.
  • Pagina 19: Instelling Van De Soorten Regelingen

    1.5 Instelling van de soorten regelingen Al naargelang het type compressor is het mogelijk om uit verschillende soorten regelingen te kiezen. Compressor Type unit Beschikbare regeling Hermetische • Flexibel trapsgewijs proportioneel op de ingangssonde + PID op Water/lucht chiller de uitgangssonde. compressor met inverter op alle •...
  • Pagina 20 en T en T Afbeelding 1-18: Verhouding tussen T , met 2 trappen Afbeelding 1-19: Verhouding tussen T , met 2 trappen (geval chiller). (geval warmtepomp). In de volgende tabellen worden enkele typische waarden weergegeven voor de grootheden die van belang zijn. Wij merken daarbij op dat de theoretische minimum en maximum waarden voor de uitgangstemperatuur betrekking hebben op de werking met de nominale capaciteit (dus met een temperatuurverschil bij de verdamper van 5,0°C en hierbij moet er in de installatie een dusdanige hoeveelheid water voorhanden zijn dat er een liter/kW-verhouding van tenminste 7 gewaarborgd wordt).
  • Pagina 21: Neutrale Zoneregeling Op De Uitgangssonde + Pid Op De Uitgangssonde

    1.5.2 Neutrale zoneregeling op de uitgangssonde + PID op de uitgangssonde Deze regeling komt tot stand door middel van de bijdrage van twee regelaars die op gecoördineerde wijze werken: Neutrale zone (trapsgewijze regelaar) op de uitgangssonde; PID (modulatie) op de uitgangssonde. De setpoint is dezelfde voor beide regelaars.
  • Pagina 22: Sequentiële Regeling Op De Uitgangssonde + Pid Op De Uitgangssonde

    1.5.3 Sequentiële regeling op de uitgangssonde + PID op de uitgangssonde Deze regeling is beschikbaar bij units die uitgerust zijn met een compressor met inverter en één of meer compressoren met vaste snelheid of units waarvan alle compressoren met inverter zijn. 1.5.3.1 Sequentiële regeling bij units die uitgerust zijn met een compressor met inverter en één of meer compressoren met vaste snelheid...
  • Pagina 23 Afbeelding 1-23: werkingsschema sequentiële regelaar voor units met 3 schroefcompressoren, waarvan er één aangedreven wordt door een inverter. b) De PID (Proportionele Integrerende Differentiërende regelaar), waarvan de controlevariabele de uitgangstemperatuur is, wordt geactiveerd nadat de compressor met inverter start en wordt gedeactiveerd als deze uitschakelt. De gecontroleerde variabele is het toerental van de compressor met inverter.
  • Pagina 24 Voor de PID-regelaar kunnen bovendien de volgende parameters ingesteld worden: proportionele band (proportionele component) en Ti (integratietijd). De derivatieve tijd is van de fabriek uit op een vaste waarde ingesteld. Hiernaast: Werkingsschema van de PID-regelaar: Temp. uscita [°C] de toevoertemperatuur wordt constant bewaakt en op die manier wordt er een continue controle van het aantal toeren van de compressor verricht.
  • Pagina 25: Sequentiële Regeling Bij Units Waarvan Alle Compressoren Met Inverter Zijn

    1.5.3.2 Sequentiële regeling bij units waarvan alle compressoren met inverter zijn De regeling komt tot stand door de bijdrage van twee regelaars die op gecoördineerde wijze werken: Sequentiële regelaar (trapsgewijze regelaar) op de sonde op de uitgang; PID (modulatie) op de uitgangssonde. De setpoint is dezelfde voor beide regelaars.
  • Pagina 26 De regellogica is van toepassing op full inverterunits met max. 4 verschillend afgestelde compressoren met inverter (de snelheden kunnen voor elke compressor apart ingesteld worden). De verlaging van het toerental van de ingeschakelde compressoren door inschakeling van de derde en vierde compressor bedraagt 2/3 van het verlagingspercentage dat bij de parameter REG0021 ingesteld is.
  • Pagina 27: Algemene Setpointinstellingen

    1.6 Algemene setpointinstellingen Er zijn meerdere procedures om de setpoint in te stellen: setpoint via W3000compact/W3000large/W3000+touch toetsenbord; setpoint via supervisiesysteem of via Mitsubishi Electric externe systeemcontrollers; setpoint via KIPlink; setpoint via tijdsperioden; extern contact dubbele setpoint. Het met het toetsenbord ingestelde setpoint, of geselecteerd door het externe contact voor de dubbele setpoint, wordt gewijzigd door de eventueel geactiveerde functies, die het omzetten naar de actieve setpoint overgedragen aan de regelaars.
  • Pagina 28 Voorbeeld: Setpoint toetsenbord: 7,0°C Dubbele setpoint: 10,0°C Verandering van setpoint met 50% overeenstemmend met 2,5°C Actieve setpoint bij open contact: 7,0 + 2,5 = 9,5°C Actieve setpoint bij gesloten contact: 10,0 + 2,5 = 12,5°C Opmerking: Het op de variatie van de setpoint toegepaste signaal wordt altijd opgeteld, onafhankelijk van de werkingsmodus van de unit Opmerking: als de besturing door Manager of Sequencer wordt geactiveerd, worden de functies: tijdsperioden, dubbele setpoint en variatie van de setpoint geforceerd gedeactiveerd.
  • Pagina 29: Toegepaste Symbolen

    1.7 Toegepaste symbolen Hieronder geven we enkele symbolen weer die in de schermen van de W3000+ en de W3000 compact toegepast zijn. Knipperende symbolen Beschrijving hoofdscherm BANDS De tijdsperioden zijn actief. FCOOL De unit voert Free-Cooling uit. LIMIT De vermogenslimiet (Demand Limit) is actief, begrenzing vanwege hoge omgevingstemperatuur of stroom. NIGHT ON De nachtfunctie is actief.
  • Pagina 30: Alarmen

    2 ALARMEN Door eenmaal op de toets [ALARM] te drukken, wordt het “Menu alarm” geopend, met de weergave van de alarmmelding en de betreffende code, datum en tijd van het alarm, alarmbericht, type reset (automatisch of handmatig), bij het alarm betrokken positie en type blokkering.
  • Pagina 31: Tabel Alarmen W3000

    2.2 Tabel alarmen W3000+ Verklaring van de tekens in de kolom “Reset”: Alarm met handmatige reset (als de toestand waardoor het alarm veroorzaakt is ophoudt moet het alarm via het toetsenbord gereset worden); stelt de “cumulatieve alarmen” in. Alarm met automatische reset (als de alarmtoestand ophoudt wordt het alarm automatisch gereset); stelt de “cumulatieve alarmen”...
  • Pagina 32 Code Beschrijving Details Reset Actie Alleen zichtbaar als de betreffende ingang aanwezig Geen druk in de installatie is (zie I/O menu). Duidt erop dat de unit gestopt is door middel van een externe drukregelaar. Duidt erop dat de temperatuur van de buitenlucht Lage buitenluchttemperatuur onder de ingestelde grens gedaald is.
  • Pagina 33 Code Beschrijving Details Reset Actie De ingangstemperatuur van het Geringe hoeveelheid water in het terugwinningssysteem varieert te snel vanwege terugwinningscircuit de geringe hoeveelheid water in het terugwinningscircuit. Duidt erop dat het temperatuurverschil tussen de ingang en de uitgang van het terugwinningssysteem te groot is, of dat het waterdebiet naar het terugwinningssysteem te laag is.
  • Pagina 34 Code Beschrijving Details Reset Actie Uitbreiding 4 losgekoppeld “als boven maar in dit geval voor uitbreiding n° 4” Uitbreiding 5 losgekoppeld “als boven maar in dit geval voor uitbreiding n° 5” Energiemeter losgekoppeld Duidt erop dat de energiemeter losgekoppeld is. Duidt erop dat uitbreiding n°...
  • Pagina 35 Code Beschrijving Details Reset Actie Bij Turbocor-compressoren: compressor 1 niet Turbocor: gestart binnen ingestelde time-outgrens. Time-out start compressor 1 Bij schroefcompressoren: mogelijke startpoging schroef: A terwijl freon in compressor n° 1 ontbreekt. “als boven maar in dit geval voor compressor n° 2”. Turbocor: Time-out start compressor 2 schroef: A...
  • Pagina 36 Code Beschrijving Details Reset Actie Freongehalte in circuit n°1 onvoldoende Freongehalte onvoldoende circuit n°1 aangezien de unit onder de approach grens gewerkt heeft. Freongehalte onvoldoende circuit n°2 “als boven maar in dit geval voor circuit n° 2”. Freongehalte onvoldoende circuit n°3 “als boven maar in dit geval voor circuit n°...
  • Pagina 37 Code Beschrijving Details Reset Actie “als boven maar in dit geval voor compressor n° 2”. Turbocor: A/M/B Hoge druk compressor 2 Schroef: “als boven maar in dit geval voor compressor n° 3”. Turbocor: A/M/B Hoge druk compressor 3 Schroef: “als boven maar in dit geval voor compressor n° 4”. Turbocor: A/M/B Hoge druk compressor 4...
  • Pagina 38 Code Beschrijving Details Reset Actie Lager compressor 7 “als boven maar in dit geval voor compressor n° 7”. A/M/B Lager compressor 8 “als boven maar in dit geval voor compressor n° 8”. A/M/B Temperatuur SCR van compressor n° 1 hoger dan A/M/B Temperatuur SCR compressor 1 maximumgrens (alleen bij units met Turbocor-...
  • Pagina 39 Code Beschrijving Details Reset Actie Exp 4 Err sonde 8 “analoog, zoals hierboven”. Exp 4 Err sonde 9 “analoog, zoals hierboven”. Exp 5 Err sonde 10 “analoog, zoals hierboven”. Exp 5 Err sonde 1 “analoog, zoals hierboven”. Exp 5 Err sonde 2 “analoog, zoals hierboven”.
  • Pagina 40 Code Beschrijving Details Reset Actie Exp 5 Slave Err sonde 4 “analoog, zoals hierboven”. Exp 5 Slave Err sonde 5 “analoog, zoals hierboven”. Exp 5 Slave Err sonde 6 “analoog, zoals hierboven”. Exp 5 Slave Err sonde 7 “analoog, zoals hierboven”. Exp 5 Slave Err sonde 8 “analoog, zoals hierboven”.
  • Pagina 41 Code Beschrijving Details Reset Actie Inverter 3 offline “als boven maar in dit geval voor compressor n° 3”. Inverter 4 offline “als boven maar in dit geval voor compressor n° 4”. Storing in de stroomvoorziening van de inverter A/M* Alarm stroomvoorziening inverter 1 van compressor n°...
  • Pagina 42 Code Beschrijving Details Reset Actie Alarm ingang beveiliging inverter 3 “als boven maar in dit geval voor compressor n° 3”. A/M* Alarm ingang beveiliging inverter 4 “als boven maar in dit geval voor compressor n° 4”. A/M* Storing zelfkalibratie van de inverter van Alarm zelfkalibratie inverter 1 compressor n°...
  • Pagina 43 Code Beschrijving Details Reset Actie Controle omhulling: lage oververhitting op “als boven maar in dit geval voor compressor n° 8”. toevoer naar compressor 8 Duidt erop dat compressor 1 op een te hoge Controle omhulling: hoge oververhitting op oververhittingswaarde functioneert (op basis van toevoer naar compressor 1 de actieve compressieverhouding).
  • Pagina 44 Code Beschrijving Details Reset Actie Signaleert het geforceerd stoppen van de inverter- compressor en van het betreffende circuit om Preventie vastlopen van de compressor vastlopen te voorkomen wegens overmatige stroomopname. Signaleert dat de unit aan het werk is met een te Hoge buitenluchttemperatuur hoge buitentemperatuur.
  • Pagina 45 Code Beschrijving Details Reset Actie “analoog zoals hierboven voor unit 8”. 5308 Unit 8 offline KIPlink bestemd voor gegevensuitwisseling 5350 KIPlink master offline tussen externe en interne units losgekoppeld. Controleer de seriële aansluitingen. Alarmen groepssondes aanwezig herleidbaar 5401 Storing unit 1 naar unit 1 “analoog zoals hierboven voor unit 2”.
  • Pagina 46: Tabel Alarmen Compressoren Met Psd-Inverter

    2.3 Tabel alarmen compressoren met PSD-inverter In de tabel staan de alarmcodes en statussen van de PSD-inverter (die via seriële verbinding verzonden worden naar de controller W3000+) en de betreffende alarmcode van de controller W3000+. Voor de alarmen met automatische reset (zie de paragraaf “alarmtabel W3000+”) is het maximale aantal voorvallen 3 per minuut, daarna is handmatige interventie vereist.
  • Pagina 47: Tabel Alarmen Compressoren Met Sanhua-Inverter

    Alarm W3000+ Alarmen compressor met PSD-inverter Standaardparameters Interne thermistor defect Fout PFC-module Synchronisatiefout 1 CPU Synchronisatiefout 2 CPU Te hoge temperatuur drive Te lage temperatuur drive Interne thermistor defect Status alarm 2 Synchronisatiefout Veiligheidsparameters niet geldig Fout besturingscircuit 2.4 Tabel alarmen compressoren met Sanhua-inverter In de tabel vindt u details over de alarmen voor compressoren met Sanhua-inverter (verzonden door de inverter naar de controller W3000+ via seriële verbinding) en de betreffende inverteralarmcode van de controller W3000+.
  • Pagina 48 Alarm W3000+ Alarmen compressor met Sanhua-inverter Alarm stroomvoorziening Te hoge spanning CC (SW) 1. De voedingsspanning is te hoog of de inverter voedingsspanning vertoont een te bruuske schommeling; 2. MOC-circuit beschadigd Te lage spanning CC 1. De voedingsspanning is te laag of de voedingsspanning vertoont een te bruuske schommeling;...
  • Pagina 49: Tabel Schermen

    3 TABEL SCHERMEN Gebruik de toets [UP] of [DOWN] om van een scherm naar een ander scherm binnen hetzelfde menu over te gaan. Om de parameter op te roepen moet u op de toets [ENTER] drukken, om de waarde van de parameter te veranderen moet u op de toets [UP] of [DOWN] drukken.
  • Pagina 50 Scherm van de handleiding Schermbeschrijving ID parameter Temp. (Voor units met luchtcondensatie) toont de temperaturen voor Freecooling 12,3°C Freecooling (in de units chiller + Freecooling), de temperatuur van de Buitenlucht 15,4°C buitenlucht en de optionele temperatuur (indien de sondes actief zijn). Optional 19,6°C Weergave temperaturen accumulatie installatie en terugwinning...
  • Pagina 51: Neutrale Zone

    Regeling Hiermee kunt u de integratiecomponent instellen van de regelings-PID. PID op de uitgang Integratietijd: 200 s REG0013 Neutrale zone Hiermee kunt u de minimale en maximale neutrale zone instellen voor de minimum 01,6 °C inschakeling en de uitschakeling van de compressoren (voor quick mind maximum 05,5 °C regeling op de ingang of quick mind op de uitgang, voor neutrale zone op...
  • Pagina 52: Prioriteit

    Grenswaarden van de Maximum- en minimumwaarden van de instelbare setpoint setpoint (alleen zichtbaar als de configuratie van de warmtepomp is ingesteld) warmtepomp: Laag 30,0 °C Hoog 48,0 °C REG0036 REG0037 Grenswaarden van de Maximum- en minimumwaarden van de setpoint terugwinning/DHW setpoint (alleen zichtbaar als de terugwinning of van de DHW geconfigureerd is) terugwinning/DHW...
  • Pagina 53 Compens. koel. Hiermee kunt u de compensatie van de setpoint (in koeling) activeren Inst. buitenlucht 40,0°C op basis van de temperatuur van de buitenlucht. Offset 04,0°C Door de instelling van de buitenlucht, offset en maximale variatie van de Max. var. inst. 04,0°C instelling aan te geven, verkrijgt men een variatie van de setpoint koeling.
  • Pagina 54 Waterinhoud Hiermee kunt u de inhoud in liter/kiloWatt instellen van de installatie en Installatie: 08,0 l/kW van het terugwinningscircuit. Deze instellingen zijn nodig voor de functies Terugwinning: 08,0 l/kW om de snelheid van de pompen te regelen (VPF- en VPF.D-installaties) en voor de regeling van de compensatie van de setpoint bij gedeeltelijke belasting van de unit.
  • Pagina 55 SG Ready Hiermee kunt u de functie SG Ready activeren. Geactiveerd REG0110 Compensatie buitenlucht Alleen beschikbaar als de klimaatcurves voor de zone van de lage LT-zone in cooling temperatuur geactiveerd zijn. Instelling van specifieke parameters voor de compensatie van de Inst.
  • Pagina 56: Activering

    Activering pomp Hiermee kunt u de pomp activeren op de condensator (alleen voor condensator: met water gecondenseerde units). PMP0015 Activering Hiermee kunt u de seriële communicatie met de P3-module activeren P3-module: voor het beheer van de dubbele pompen. PMP0094 Config. pompen (alleen zichtbaar indien meer dan één pomp is ingesteld) Gebruikstype: Hiermee kunt u kiezen of u beide pompen wilt gebruiken via rotatie in...
  • Pagina 57 Contr. snelheid pomp Scherm voor instelling van parameters met betrekking tot de terugwinning: S modulerende pomp van de terugwinning. Type besturing: U moet het type besturing van de pomp instellen. De inhoud in VPF-besturing liter/kiloWatt van de installatie wordt weergegeven. Weerg.
  • Pagina 58 Alarm debiet Venster waar u de setpoint kunt instellen voor de activering van de installatie alarmen hoog waterdebiet en laag waterdebiet in de installatie Hoog debiet: (dit beteken t het debiet in de verdampers(s)). Setpoint 100,0 kPa Laag debiet: Setpoint 003,0 kPa PMP0058 PMP0059...
  • Pagina 59 Controle grenswaarde Hiermee kunt u het beheer activeren van de mengklep van de verbruikspunt terugwinning om het starten van de unit in kritieke omstandigheden te terugwinning vergemakkelijken. Bovendien kunt u de setpoints definiëren met Geactiveerd betrekking tot de drukverschilwaarden voor de berekening van het percentage om de mengklep van de terugwinning te openen.
  • Pagina 60 Geavanceerde Hiermee kunt u de PID instellen voor regeling van de ventilatie in de free-cooling werking met geavanceerde Free-Cooling en de betreffende tijd voor de berekening van de opvoerhoogte voor de variatie van de Prop. band: 08,0°C ventilatiesnelheid. Alleen voor Turbocor-compressoren. Int.tijd: 060 s Tijd voor berekening...
  • Pagina 61 Scherm van verkregen toegang tot het submenu DHW/PLANT. ↑ Druk op de toetsen [UP] of [DOWN] om door de andere schermen te bladeren, of op [ESC] om terug te keren naar het submenu. DHW/PLANT ← ↓ DHW: Hiermee kunt u de aanwezigheid van de 3-wegsklep configureren voor de Activering: Klep DHW-accumulatie en de tijdconstante voor het openen/sluiten.
  • Pagina 62 Temperatuur Met de regeling van de installatie in WINTER en het type belasting buitenlucht accumulatie installatie HeatP+Ketel Integr., voor activering kunt u de waarde van de buitenlucht instellen waaronder de hulpbron hulpbronnen geactiveerd worden (ketel/weerstand). 02,0°C Met de regeling van de installatie in WINTER en het type belasting accumulatie installatie HeatP+Ketel Sost., kunt u de waarde van de buitenlucht instellen waaronder de warmtepomp wordt uitgeschakeld en de hulpbronnen geactiveerd...
  • Pagina 63 Urenteller Hiermee kunt u de limiet instellen voor de geprogrammeerde Condensatorpomp: onderhoudsinterventie voor de condensatorpomp (met water Limiet 012x1000 gecondenseerde units). Uren 000000 Bovendien kunt u de werkingsuren resetten en/of nieuwe werkingsuren instellen. Reset N STG0010 STG0011 STG0012 Urenteller Hiermee kunt u de limiet instellen voor de geprogrammeerde Compressor 1: onderhoudsinterventie.
  • Pagina 64 Urenteller Hiermee kunt u de limiet instellen voor de geprogrammeerde Compressor 8: onderhoudsinterventie. Limiet 010x1000 U kunt de werkingsuren en de inschakelingen van de compressoren Uren 000000 weergeven. STG0048 Starten Bovendien kunt u de werkingsuren resetten en/of nieuwe STG0049 Parameter: 000000 werkingsuren instellen.
  • Pagina 65 Alarm vorstbeveiliging Hiermee kunt u setpoint en differentieel instellen voor de activering verdamper: van het alarm vorstbeveiliging verdamper. Setpoint 04,0°C Diff. 04,0°C STG0073 STG0074 Vorstbeveiligings- Hiermee kunt u setpoint en differentieel instellen voor de activering weerstand van de vorstbeveiligingsweerstand van de verdamper en condensator (indien aanwezig).
  • Pagina 66 Vooralarm Scherm om de offset (ten opzichte van het alarm vorstbeveiliging) vorstbeveiliging en de differentieel in te stellen van het vooralarm vorstbeveiliging op Offset 00,5°C de verdamper (alleen zichtbaar als het beheer van de vooralarmen is Diff. 03,0°C geactiveerd). Setpoint alarm vorstbeveiliging plus offset definiëren de activering van de signalering, de differentieel definieert de deactivering.
  • Pagina 67 W 3000 + Dit scherm bevat de referentie-informatie van de applicatie [Cod. TA 14.00 NL] en van de technische referentiehandleiding Cod. TA 14.00b000 NL [Handl. C024456280]. Handl. C024456280 ŒŒ Er wordt bovendien aangegeven door middel van het symbool van pCO5+ L NAND 50MB het dichte hangslot dat de kaart gekenmerkt wordt door een Flash 2MB +7MB +4MB...
  • Pagina 68 Urenteller Waarschuwing controle voedingsuren van de controller en aantal Unit in Power ON keren power-up (terugkeer van de voeding). Bovendien kunt u de Limiet 000x1000 werkingsuren resetten en/of nieuwe werkingsuren instellen. Uren 000000 Power UP 000000 STG0094 STG0095 STG0096 STG0097 Reset N STG0098 Controle drukregel.
  • Pagina 69: Control Alarm Installatie Onder Druk Alarm

    Vorstbeveiligingsbe- Hiermee kunt u het temperatuurverschil instellen voor het beheer grenzing van de vorstbeveiligingsbegrenzing. U kunt gedifferentieerde verdamper parameters definiëren voor de verdamper en de condensator Differentieel: 1,5°C (alleen voor met water gecondenseerde units met omschakeling aan freonzijde). condensator Differentieel: 1,5°C STG0113 STG0114 Nachtfunctie:...
  • Pagina 70: Type Installatie

    KIPlink Hiermee kunt u de configuratieparameters instellen van het STG0134 Ethernet-kanaal 1 van de KIPlink-module. STG0135 ETHERNET-kanaal 1 STG0136 192.168.030.001 STG0137 Sub: 255.255.255.000 STG0138 000.000.000.000 STG0139 STG0140 STG0141 STG0142 STG0143 STG0144 STG0145 KIPlink Hiermee kunt u de configuratieparameters instellen van het STG0146 wifi-kanaal van de KIPlink-module.
  • Pagina 71 Type controle zones: Hiermee kunt u de controle van de zones configureren, of via thermostaat van derden (via contact) ofwel via MEHITS-thermostaat HT: Via contact (via pGDX). Het is niet mogelijk om beide zones met 2 pGDX te LT: Via pGDX controleren.
  • Pagina 72 Controle lage Hiermee kunt u een controle activeren op de beschikbare waterinhoud hoeveelheid water in het terugwinningscircuit op basis van de terugwinning: frequentie van de omwisselingen van de klep van het circuit. Geactiveerd STG0203 Scherm van verkregen toegang tot het submenu Ventilatie. Druk op ↑...
  • Pagina 73: Offset Geforceerde Uitschakeling

    Contr. condensatie Condensatiesetpoint in chiller met regelaar met neutrale zone (alleen Chiller met neutrale zichtbaar als de condensatie met neutrale zone is ingesteld). zone Setpoint 07,0 bar CND0049 Contr. condensatie Instelling van de nominale offset voor inschakeling, van de eerste step Chiller met neutrale en van de laatste step voor condensatie in chiller met regelaar met zone...
  • Pagina 74 Contr. condensatie Hiermee kunt u de maximale en minimale condensatie en verdamping continu met continue regeling instellen. Dit is de snelheid van de ventilatoren Max. lim. 100 % of het openen van de condensatieklep. Min. lim. 030 % Contr. verdamping CND0013 continu CND0014...
  • Pagina 75 Contr. Verh. Condens. Instelling step 4 voor compressieverhouding in modus chiller Contr. ventilatie (alleen zichtbaar als de condensatie met proportionele step is Chiller step4 ingesteld). Setpoint 00,0 Diff. CND0079 CND0080 Contr. Verh. Condens. Instelling step 1 in werking warmtepomp (alleen zichtbaar als Contr.
  • Pagina 76 Contr. Verh. Condens. Instelling van de nominale offset voor uitschakeling en van de laatste Contr. ventilatie step voor compressieverhouding in chiller met regelaar met neutrale Chiller met neutrale zone, en de vertragingstijd tussen de uitschakeling van de diverse zone steps (alleen zichtbaar als de condensatie met neutrale zone is Offset uitschakeling ingesteld).
  • Pagina 77: Afstelling

    Scherm van verkregen toegang tot het submenu voor afstelling. ↑ Druk op de toetsen [UP] of [DOWN] om door de andere schermen te bladeren, of op [ESC] om terug te keren naar het submenu. Afstelling ← ↓ Afstelling master Hiermee kunt u de offsetwaarden van de sondes wijzigen. offset Waarde (Alleen aanwezig indien vereist door het type geconfigureerde machine).
  • Pagina 78 Afstelling master exp5 Hiermee kunt u de offsetwaarden van de sondes wijzigen van de offset Waarde uitbreiding 5. (Alleen aanwezig indien vereist door het type 0,0°C 00,0°C geconfigureerde machine) CLB0031 0,0°C 00,0°C Het opschrift "master" verschijnt alleen op units met meer dan 2 circuits. CLB0032 0,0°C 00,0°C...
  • Pagina 79: Omhulling

    Scherm van verkregen toegang tot het submenu Omhulling. Druk op ↑ de toetsen [UP] of [DOWN] om door de andere schermen te bladeren, of op [ESC] om terug te keren naar het submenu. Omhulling ← ↓ Controle omhulling Scherm waar u de controle op de lage limiet van de hoge druk kunt Minimumlimiet activeren en configureren.
  • Pagina 80 Configuratie Scherm voor configuratie van de “envelope”. Definitie van de punten ENV0020 Verd. Cond. P1…P6 van de envelope-grafiek. ENV0021 002,3 bar 022,2 bar ENV0022 003,0 bar 026,3 bar ENV0023 007,8 bar 041,8 bar ENV0024 013,4 bar 041,7 bar ENV0025 013,4 bar 017,8 bar ENV0026 008,3 bar 013,4 bar ENV0027...
  • Pagina 81 Configuratie Zoals hiervoor voor actie 04. Zone04 Min.snelheid: 025% Max.snelheid: 080% ENV0072 Actie: doorgaan ENV0073 Vertraging: 0060s ENV0074 Variat. toeren: 005% ENV0075 ENV0076 Configuratie Zoals hiervoor voor actie 05. Zone05 Min.snelheid: 015% Max.snelheid: 095% ENV0077 Actie: doorgaan ENV0078 Vertraging: 0060s ENV0079 Variat.
  • Pagina 82: By-Pass Controle

    Controle temperatuur Hiermee kunt u de beschermingslimiet instellen voor de functie afvoer compressor controle van de afvoertemperatuur van de compressoren met inverter. met inverter Bescherming: 120,0°C ENV0093 Controle temperatuur Hiermee kunt u de afname-eenheid instellen in procent van het afvoer compressor toerental van de compressor met inverter wanneer die in de met inverter beschermingszone werkt van de functie controle van de...
  • Pagina 83 Scherm van verkregen toegang tot het submenu Groep. Druk op de ↑ toetsen [UP] of [DOWN] om door de andere schermen te bladeren, of op [ESC] om terug te keren naar het submenu. Groep ← ↓ Adres PLAN unit Hiermee kunt u het adres toekennen aan de unit binnen het seriële in de groep: netwerk LAN Multi Manager.
  • Pagina 84: Activering Fysieke Sonde Buitenlucht

    Forcering zomer Hiermee kunt u de parameters definiëren voor de geforceerde stand-by: inschakeling in stand-by in werking chiller. Diff.: 00,3°C Offset: 01,3°C Vertraging: 005s GRP0028 GRP0029 GRP0030 Forcering winter Hiermee kunt u de parameters definiëren voor de geforceerde stand-by: inschakeling in stand-by in werking warmtepomp. Diff.: 10,0°C Offset:...
  • Pagina 85 Neutrale zone Hiermee kunt u de minimale en maximale neutrale zone instellen voor minimum: 01,8°C de inschakeling en de uitschakeling van de compressoren. maximum: 03,0°C (zichtbaar in de regeling met neutrale zone op de uitgangssonde). GRP0041 GRP0042 Tijden tussenst. reg Hiermee kunt u de tijden instellen tussen inschakeling/uitschakeling uitgang van volgende resources.
  • Pagina 86 Dynamische set. HPC Hiermee kunt u de configuratieparameters definiëren van het dynamische beheer van de setpoint volgens de HPC-modus. Step: 00,5°C Interval: 005 min GRP0108 GRP0109 Lim. regio1: 060% GRP0110 Lim. regio2: 070% GRP0111 Beheer van een pomp Hiermee kunt u het beheer activeren van een pomp van de installatie altijd aan: altijd aan.
  • Pagina 87 Compens. inst. warm Hiermee kunt u de compensatie van de setpoint activeren bij gedeeltelijke gedeeltelijke belasting in warmtepomp en de maximale compensatie, belasting: de maximale toename en de maximale afname instellen. gedeactiveerd GRP0120 max. compens.: 5,0°C GRP0121 max. toename: 1,0°C GRP0122 max.
  • Pagina 88 KIPlan Scherm om de KIPlink te activeren als master van het LAN Multi Configuratie KIPlink Manager-netwerk. De master KIPlink dient om de als netwerkmaster: gegevensuitwisseling tussen externe units en interne groepen te geactiveerd beheren. GRP0087 KIPlan Scherm om het scannen te activeren van de interne groepen door de Start herkenning KIPlink, om het effectieve nummer ervan te kennen.
  • Pagina 89: Activering Tijdsperioden: Gedeactiveerd

    Scherm van toegang tot het Gebruikersmenu. Om hier toegang toe te krijgen moet u het gebruikerswachtwoord ingeven. Gebruiker Wachtwoord: 0000 Scherm van verkregen toegang tot het Gebruikersmenu. Druk op de ↑ toetsen [UP] of [DOWN] om door de andere schermen te bladeren, of op [ESC] om terug te keren naar het submenu.
  • Pagina 90: Instelling Koeling

    Automat. omschakeling Het is mogelijk om een setpoint voor de overgang naar koelen (chiller) werkingsmodus en een betreffende differentieel in te stellen. Onder de waarde setpoint - differentieel worden de compressoren uitgeschakeld. Instelling koeling: 24,0°C Versch. koeling: USR0014 02,0°C USR0016 Activ.
  • Pagina 91: Licenties

    Scherm van verkregen toegang tot het licentiemenu. Druk op de ↑ toetsen [UP] of [DOWN] om door de andere schermen te bladeren, of op [ESC] om terug te keren naar het submenu. Licenties ← ↓ Status licenties Scherm voor weergave van de status van de licenties. Aan de code van de functie is de status actief, niet actief of tijdelijk Functie: 1234...
  • Pagina 92 Weekprogramma Instelling van het weekprogramma. maandag type A dinsdag type B BND0002 woensdag type B BND0003 donderdag type B BND0004 vrijdag type B BND0005 zaterdag type C BND0006 zondag BND0007 gedeactiveerd BND0008 Periode 1A Uit Instelling van tijdsperiode A, eerste en tweede dagtijdsperiode. BND0009 Tijd 00:00 / 06:00 BND0010...
  • Pagina 93 BND0065 BND0066 Periode 1B Uit Instelling van tijdsperiode B, eerste en tweede dagtijdsperiode. BND0067 Tijd 00:00 / 07:00 BND0068 Sp Z 09,0°C W 40,0°C BND0069 Sp R 40,0°C BND0070 Periode 2B Regel. BND0071 Tijd 07:00 / 12:00 BND0072 Sp Z 07,0°C W 42,0°C BND0073 Sp R 42,0°C BND0068...
  • Pagina 94 BND0123 BND0124 Periode 1C Uit Instelling van tijdsperiode C, eerste en tweede dagtijdsperiode. BND0125 Tijd 00:00 / 07:00 BND0126 Sp Z 09,0°C W 40,0°C BND0127 Sp R 40,0°C BND0128 Periode 2C Reg. BND0129 Tijd 07:00 / 12:00 BND0130 Sp Z 07,0°C W 42,0°C BND0131 Sp R 42,0°C BND0126...
  • Pagina 95 BND0181 BND0182 Periode 1D Uit Instelling van de tijdsperiode D, eerste en tweede dagtijdsperiode. BND0183 Tijd 00:00 / 07:00 BND0184 Sp Z 09,0°C W 40,0°C BND0185 Sp R 40,0°C BND0186 Periode 2D Reg. BND0187 Tijd 07:00 / 12:00 BND0188 Sp Z 07,0°C W 42,0°C BND0189 Sp R 42,0°C BND0184...
  • Pagina 96 BND0239 BND0240 Scherm van verkregen toegang tot het menu In/Out. Druk op de ↑ toetsen [UP] of [DOWN] om door de andere schermen te bladeren, of op [ESC] om terug te keren naar het submenu. In/Out ← ↓ Dig. In. 12345 67890 Geeft de status van de digitale in- en uitgangen weer en geeft het master...
  • Pagina 97 Dig.In. 12345 67890 Geeft de status van de digitale in- en uitgangen van de uitbreiding 1 exp1 CCCC (indien aanwezig) weer en geeft het aantal ervan aan. master C: Contact gesloten A: Contact open Dig.Out. 12345 67890 Alleen bij units met 3 of 4 circuits wordt master aangegeven. exp1 ACAA master...
  • Pagina 98 An. Out. master exp3 Toegepaste spanning op de analoge uitgangen 1, 2 en 3 van de Waarde uitbreiding 3 (indien aanwezig). 05,0 V Alleen bij units met 3 of 4 circuits wordt master aangegeven. 06,1 V 04,5 V Dig.In. 12345 67890 Geeft de status van de digitale in- en uitgangen van de uitbreiding 4 exp4 CCCC...
  • Pagina 99 Dig. In. 12345 67890 Geeft de status van de digitale in- en uitgangen weer en geeft het slave CCCCC CCCCC aantal ervan aan. CCCCC CCC C: Contact gesloten A: Contact open Dig. Out. 12345 67890 Het aantal ingangen dat weergegeven wordt, is afhankelijk van het slave CCCCC CCCCC type unit.
  • Pagina 100 Dig.In. 12345 67890 Geeft de status van de digitale in- en uitgangen van de uitbreiding 2 exp2 CCCCC CCCCC (indien aanwezig) weer en geeft het aantal ervan aan. master CCCC C: Contact gesloten A: Contact open Dig.Out. 12345 67890 Alleen bij units met 3 of 4 circuits wordt master aangegeven. exp2 CCCCC CCCCC master...
  • Pagina 101 Dig.In. 12345 67890 Geeft de status van de digitale in- en uitgangen van de uitbreiding 5 exp5 CCCC (indien aanwezig) weer en geeft het aantal ervan aan. slave C: Contact gesloten A: Contact open Dig.Out. 12345 67890 exp5 ACAA slave An.
  • Pagina 102: Status Installatie

    Scherm van verkregen toegang tot het setpointmenu. Druk op de ↑ toetsen [UP] of [DOWN] om door de andere schermen te bladeren, of op [ESC] om terug te keren naar het submenu. Setpoint ← ↓ Type unit: Scherm waarop het type unit kan worden weergegeven en de chiller werkingsmodus kan worden ingesteld.
  • Pagina 103 Dubbele setpoint: Scherm voor de instelling van de tweede setpoint (wordt alleen Chiller 07,0°C weergegeven als de dubbele setpointfunctie geactiveerd is). Heatpump 45,0°C Terugwinning/DHW 45,0°C SET0010 SET0011 SET0012 Setpoint +2P module Scherm voor het instellen van de setpoint van de +2P module en voor 75,0°C de activering van de module Activering +2P ON...
  • Pagina 104 Offset SG Ready Hiermee kunnen de offsetwaarden worden bepaald die toegepast Maximum boost: moeten worden op de setpoints van de verschillende werkingsmodi van de unit wanneer pattern 3 (maximum boost) van de Smart Grid Chiller: -1,5°C Ready-functie is geactiveerd. Heatpump: 2,0°C SET0029 SET0031...
  • Pagina 105: Status Circuits

    Scherm van verkregen toegang tot het unitmenu. Druk op de toetsen ↑ [UP] of [DOWN] om door de andere schermen te bladeren, of op [ESC] om terug te keren naar het submenu. Units ← ↓ Temp. Out. Geeft de watertemperatuur op de in- en uitgang van de unit weer. Verd.
  • Pagina 106: Analoge Uitgangen

    Circ Time Weergave van de vertragingstijd voor ontdooiing berekend door het 02700 algoritme van de tuning defrost timer. 02700 02700 02700 Timer tuning defrost Circ Time Weergave van de inschakeltijd van de free defrost en de maximumtijd 0188 0125 berekend op basis van de opgetelde vertragingstijd. 0125 0270 0188...
  • Pagina 107 Analoge uitgangen: 5 Weergave van de analoge uitgangen van de uitbreiding 5. Snelheid pomp installatie: 000 % Klepregeling installatie: 000 % Analoge uitgangen: 1 Weergave van de analoge uitgangen van de uitbreiding 1. Snelheid pomp terugwinning: 000 % Klepregeling terugwinning: 000 % Analoge uitgangen: 2 Weergave van de analoge uitgangen van de uitbreiding 2.
  • Pagina 108 Urenteller compressoren Hiermee kunt u het gemiddelde van de uren van de compressoren Urengemidd. 000000 weergeven. C1 000000 C2 000000 Hiermee kunt u de werkingsuren van de compressoren weergeven. C3 000000 C4 000000 C5 000000 C6 000000 Work Hiermee kunt u de werkingstoestand van de Turbocor-compressoren, <<...
  • Pagina 109 Hiermee kunt u de onderkoelingswaarde van de circuits, de staat van subc 03,8 03,6°C de drivers van de elektronische thermostatische kleppen en het aantal openingsstappen van de kleppen weergeven step 1824 1630 Circ Hiermee kunt u de waarde van de oververhitting van de circuits, 05,9 de status van de drivers van de elektronische thermostatische 06,1...
  • Pagina 110 Compr. 4: Online Hiermee kunt u zien of inverter 4 online is met de controller. Besturing 070% Bovendien wordt de besturing en het actieve percentage van de Actief perc. 070% CSW105 schroefcompressor aangegeven. Comp.1 Work Hiermee kunt u de werkingstoestand van de Hanbell 063,0% centrifugaalcompressoren, het IGV-percentage en de werkingsfrequentie weergeven.
  • Pagina 111: Kalibratie

    Omschakeling Hiermee kunt u de status weergeven van de omschakelaar van de Elektrische lijn elektrische lijn. Voeding 1: Afwezig Losgekoppeld Voeding 2: Afwezig Losgekoppeld Activering Hiermee kunt u de circuits selecteren/deselecteren. UNT0001 circuits UNT0002 Circ1: Circ2: S UNT0003 Circ3: N Circ4: UNT0004 UNT0005 compressoren...
  • Pagina 112 Serienummer unit: Scherm voor de weergave van het serienummer van de unit. 032078434 W 3000 + In dit scherm worden de referentiegegevens van de applicatie vermeld [code TA 14.00 NL] Cod. TA 14.00 NL ŒŒ Er wordt bovendien aangegeven door middel van het symbool van het dichte hangslot dat de kaart gekenmerkt wordt door een pCO5+ L NAND 50MB softwarehandtekening;...
  • Pagina 113: Installatie

    Scherm van verkregen toegang tot het menu van de installatie. ↑ Druk op de toetsen [UP] of [DOWN] om door de andere schermen te bladeren, of op [ESC] om terug te keren naar het submenu. Installatie ← ↓ Temp. Out. Scherm voor weergave van de temperatuur van de waterlus van de Install.
  • Pagina 114: Boot 5.01 Bios

    Adaptive setpoint Scherm voor weergave van het verzoek om adaptive setpoint interne groepen ontvangen van de groepen interne units. 11: 01,0°C 16: ----°C 12: 00,6°C 17: ----°C 13: ----°C 18: 00,9°C 14: ----°C 19: 00,2°C 15: ----°C 20: ----°C Vraag var setpoint Scherm voor weergave van het verzoek om dynamisch setpoint in interne groepen HPC-modus ontvangen van de groepen interne units.
  • Pagina 115: Beschrijving Van De Functies

    4 BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES Deze paragraaf is nuttig om de werking van bepaalde werkingsalgoritmes beter te begrijpen. Hierna volgt de boomstructuur voor de navigatie. U opent het servicemenu via de [toets menu] / selecteer via de toets [UP] het servicemenu / geef het wachtwoord in. De navigatie in het servicemenu wordt in de volgende afbeelding weergegeven.
  • Pagina 116: Wijzigingen Van De Setpoint

    4.1 Wijzigingen van de setpoint 4.1.1 Compensatie lineaire setpoint in functie van de temperatuur van de buitenlucht Deze functie is bedoeld om de setpoint te verlagen of te verhogen, in functie van de temperatuur van de buitenlucht. Dit kan zowel voor de werking chiller als voor de werking warmtepomp en de terugwinning geactiveerd worden. Compensatie setpoint koeling: Afbeelding 4-2: “Compensatie setpoint koeling”...
  • Pagina 117: Compensatie Setpoint Aan De Hand Van Klimaatcurves

    4.1.2 Compensatie setpoint aan de hand van klimaatcurves LET OP: De compensaties die in deze paragraaf worden beschreven, zijn ook beschikbaar in de temperatuurregeling van de zonecontrolefunctie. Raadpleeg hoofdstuk 4.8 voor meer details. De temperatuur van het water naar het verwarmings- of koelcircuit is een door de controller berekende waarde en is afhankelijk van de volgende factoren: A) Compensatie setpoint watertemperatuur installatie voor verwarmen of koelen.
  • Pagina 118 De klimaatcurves voor verwarmen worden onderverdeeld in: • Systeemcurve (HT-zone): bepaalt de werkingssetpoint van de warmtepomp en eventuele hogetemperatuurzones. De berekende setpoint heeft betrekking op de toevoerwatertemperatuur van de warmtepomp. Controleer of het temperatuurverschil binnen de door de fabrikant vereiste grenzen ligt. •...
  • Pagina 119 Voorbeeld met betrekking tot de klimaatcurve 1,0 10 % 25 % 50 % 75 % 99 % -2,5 -1,5 -0,5 Compensatie setpoint water in koeling De klimaatcurve voor koeling kan worden gewijzigd om een correcte werking van de warmtepomp mogelijk te maken in overeenstemming met het koelsysteem (stralingspanelen, ventilatorconvectoren).
  • Pagina 120: Compensatie Maximale Omgevingsvochtigheid

    4.1.3 Compensatie maximale omgevingsvochtigheid LET OP: De functie is alleen actief als de Touch Room HMI-bediening van de omgeving aanwezig is. Raadpleeg de handleiding voor gebruik en onderhoud van de unit en de gebruikshandleiding “Touch Room HMI” voor meer informatie met betrekking tot de installatie en de werking. LET OP: De compensaties die in deze paragraaf worden beschreven, zijn ook beschikbaar in de temperatuurregeling van de zonecontrolefunctie.
  • Pagina 121: Scop-Functie

    4.1.4 SCOP-functie Conform met de regelgeving 813/2013 en bijgevolg met de norm EN14825, werd de SCOP-functie (Seasonal Coefficient Of Performance) toegevoegd. Aan de hand van deze functie wordt de setpoint van het water verwarmd in de warmtepomp van de unit variabel in functie van de buitenlucht, met waarden bepaald door voornoemde norm.
  • Pagina 122: Variatie Setpoint Via Extern Signaal

    4.1.5 Variatie setpoint via extern signaal 4.1.5.1 Primaire setpoint Functie die geactiveerd kan worden via de parameter REG0047 “Activering variatie setpoint via extern signaal (0: nee - 1: ja)”, waarmee bij de primaire setpoint voor werking van de installatie een variabele offset kan worden opgeteld aan de hand van twee types ingangssignalen, configureerbaar via de parameter REG0048 “Configuratie extern signaal voor de variatie van de setpoint (0: 4-20 mA - 1: 0-5 V)”.
  • Pagina 123: Beheer Dhw-Functie

    4.2 Beheer DHW-functie De DHW-functie (of SWW, sanitair warm water) wordt gebruikt in installaties waar men sanitair water wil produceren dat opgeslagen wordt in een accumulatie, met behulp van machines die niet uitgerust zijn met een warmtewisselaar voor dit doel. De omleiding van de waterstroming van de installatie naar de DHW-accumulatie kan plaatsvinden via een 3-wegsklep of via de controle van een pomp, met vast of variabele snelheid, bestemd voor de DHW-vertakking.
  • Pagina 124: Beheer 3-Wegsklep Voor Dhw

    4.2.2 Beheer 3-wegsklep voor DHW De 3-wegsklep voor DHW wordt gebruikt om de stroming van het water van de installatie (stand OFF) naar de DHW-accumulatie (stand ON) om te leiden. Om te vermijden dat tijdens de omschakelingsfasen van de klep het water van de installatie met het water van de accumulatie wordt vermengd, gebeurt de omschakeling volgens de tijden die in de volgende grafiek zijn aangegeven: De tijden voor de veiligheid van de compressoren worden altijd gerespecteerd...
  • Pagina 125: Installatie 3-Wegsklep Voor Dhw

    4.2.2.1 Installatie 3-wegsklep voor DHW De 3-wegsklep die buiten de unit is geplaatst, zorgt ervoor dat de stroming van het warme water geproduceerd door de unit naar de sanitaire accumulatie kan worden omgeleid. Tijdens de productie van sanitair warm water wordt het verbruikspunt niet voldaan voor de zomer- en winterklimaatregeling. Voer de elektrische aansluiting uit van de 3-wegsklep die als accessoire wordt geleverd.
  • Pagina 126: Beheer Dhw-Pomp

    4.2.3 Beheer DHW-pomp De controle van de waterstroming verzonden naar de DHW-accumulatie kan via een speciale pomp worden beheerd, zowel met vaste snelheid als met variabele snelheid. De controle van de pomp met inverter volgt de logica aangegeven in onderstaand schema, waarbij de snelheid verandert in functie van de condensatiedruk.
  • Pagina 127: Alleen Met Warmtepomp Vullen

    4.2.4.1 Alleen met warmtepomp vullen De warmtepomp wordt opgeroepen om DHW te produceren wanneer de temperatuur van de accumulatie onder de waarde daalt die gelijk is aan de parameter “Proportionele band DHW”, ten opzichte van de “DHW-setpoint”. De regeling van de warmtepomp om aan de DHW-aanvraag te voldoen, gebeurt op de DHW-temperatuur.
  • Pagina 128: Vullen Met Warmtepomp En Alternatieve Pomp Ter Vervanging

    4.2.4.2 Vullen met warmtepomp en alternatieve pomp ter vervanging In gevallen waarin de warmtepomp niet in staat is om het vullen te voltooien: beperking en/of compensatie winterinstelling. • • verstrijken van de maximale permanentietijd in DHW. • blokkering unit. Wanneer de verwarming met de alternatieve bron plaatsvindt, schakelt de 3-wegsklep om naar de stand installatie. De alternatieve bron schakelt uit wanneer de DHW-setpoint wordt bereikt.
  • Pagina 129: Compensatie Dhw-Setpoint

    4.2.4.6 Compensatie DHW-setpoint Deze functie is bedoeld om de DHW-setpoint te verlagen of te verhogen, terwijl de compressoren aan zijn, in functie van de temperatuur van de buitenlucht. De DHW-compensatie varieert meer bepaald de DHW-setpoint omlaag, dit betekent dat de actieve setpoint van de DHW accumulatie daalt wanneer de temperatuur van de buitenlucht afneemt.
  • Pagina 130: Antilegionella (Functie Alleen Beschikbaar Met De Hulpbron)

    4.2.4.9 Antilegionella (functie alleen beschikbaar met de hulpbron) Deze functie is bedoeld om een behandeling uit te voeren van het water in de DHW-accumulatie, om die op een bepaalde temperatuur te brengen gedurende een tijdspanne die via een parameter kan worden ingesteld, om eventuele legionellabacteriën te elimineren.
  • Pagina 131 Om de antilegionellafunctie te activeren, moet u de parameter DHW0009 = 1 instellen. Dit is alleen beschikbaar met DHW-hulpbron geactiveerd en DHW-modus op ON. Respectievelijk parameters DHW0003 = 1 en SET0004 = 1. Par. Nr. Beschrijving parameter Standaard M.E. Min. Max.
  • Pagina 132: Beheer Plant-Functies

    4.3 Beheer PLANT-functies De aanwezigheid van de installatie-accumulatie verwarmd door een alternatieve warmtebron (bijvoorbeeld: ketel of elektrische weerstand in de toevoer) dient om te voorzien in de productie van warm water geproduceerd met de warmtepomp (compressor), wanneer die niet in staat is om aan de warmtevraag te voldoen wegens een blokkering (werking ter vervanging) of wanneer de thermische belasting hoger is dan het vermogen dat de machine kan geven (werking ter integratie).
  • Pagina 133: Installatietypes Hulpbron

    4.3.2 Installatietypes hulpbron De hulpbron kan in toevoer of in accumulatie geïnstalleerd worden als integratie-element voor de verwarming van de installatie. Als de hulpbron in toevoer is geïnstalleerd, dan moet u parameter DHW00023 op 2: toevoer instellen. Als de hulpbron in accumulatie is geïnstalleerd, dan moet u parameter DHW00023 op 1: accumulatie instellen. Hierna volgen een aantal installatievoorbeelden.
  • Pagina 134 Voorbeeld 2 Installatie met warmtepomp en ketel met inertieaccumulatie. Plaat de sonde in de accumulatie. Stel parameter DHW00023 in op 1: accumulatie. Afbeelding 4-20: voorstelling installatie warmtepomp en ketel met inertieaccumulatie. Voorbeeld 3 Installatie met warmtepomp en elektrische weerstand in toevoer zonder inertieaccumulatie. Plaats de sonde op de toevoerleiding van de installatie.
  • Pagina 135: Regeling Van De Hulpbron Ter Vervanging

    Voorbeeld 4 Installatie met warmtepomp en ketel in toevoer zonder inertieaccumulatie. Plaats de sonde op de toevoerleiding van de installatie. Stel parameter DHW00023 in op 2: toevoer. Afbeelding 4-22: voorstelling installatie warmtepomp en ketel zonder inertieaccumulatie. LET OP: Raadpleeg het elektrische schema van de unit voor meer details. 4.3.3 Regeling van de hulpbron ter vervanging De alternatieve bron wordt ingeschakeld als de temperatuur van de sonde inertie plant onder de waarde daalt van de parameter “Proportionele band Plant”, ten opzichte van de parameter “setpoint Plant”, vast of bepaald door de...
  • Pagina 136: Regeling Van De Hulpbron Ter Integratie

    Par. Nr. Beschrijving parameter Standaard M.E. Min. Max. Menu Submenu Activering ketel installatie (0: afwezig – DHW0023 Service 1: accumulatie – 2: toevoer). Werkingsmodus installatie voor DHW-unit (0: OFF – SET0002 LMT0026 Setpoint Setpoint 1: WINTER – 2: ZOMER) Vulling accumulatie installatie (0: heatpump – SET0003 1: heatpump + ketel in integr.
  • Pagina 137 Integratieve verwarming in functie van de buitenlucht De integratie wordt aan de hand van de volgende parameters geactiveerd: SET0002 = 1, SET0003 = 1 (heatpump + ketel ter integr.), DHW0025 = 1 en DHW0023 = 1 of 2 (naargelang de configuratie van de installatie. Zie hoofdstuk 4.3.2). Par.
  • Pagina 138: Vullen Van De Installatie-Accumulatie Met Enkel Alternatieve Bron

    4.3.5 Vullen van de installatie-accumulatie met enkel alternatieve bron Om het vullen van de installatie-accumulatie met enkel de alternatieve bron te activeren, stelt u de parameter SET0003 = 3 in. Par. Nr. Beschrijving parameter Standaard M.E. Min. Max. Menu Submenu Activering ketel installatie (0: afwezig –...
  • Pagina 139: Beheer Pompen

    4.4 Beheer pompen De werking van de pompen van de machine gebeurt op basis van de activering en de modus voor het vullen van de plant en/of DHW. Instelling PLANT Instelling DHW PUMPS Alleen ketel* Alleen ketel Alleen ketel* Alleen ketel HeatP+Verv.
  • Pagina 140: Optimalisering Pompen En Warmteregelaars Via Sondes Op Inertieaccumulatie

    4.4.2 Optimalisering pompen en warmteregelaars via sondes op inertieaccumulatie Als alternatief voor het beheer via de SNIFFER, beheert deze functie de inschakeling en de uitschakeling van de resources, inclusief pompen, op basis van de temperatuursondes die in de inertieaccumulatie van de installatie aanwezig zijn. De warmteregelaar blijft verder de temperatuur regelen volgens de primaire setpoint, aan de hand van de sondes op de unit.
  • Pagina 141: Beheer Unit Met Variabel Debiet Op Het Primaire Circuit

    4.4.3 Beheer unit met variabel debiet op het primaire circuit Via dit beheer kunt u de snelheid regelen van de pompen aangestuurd door een inverter voor units geïnstalleerd op installaties met variabel debiet op het primaire circuit (Variable Primary Flow) voor de vertakking koud/warm. Om een correcte controle van de temperatuur ten opzichte van de debietvariaties toe te laten, kunt u de controle van de snelheid van de pompen alleen activeren als op de units de regeling op de uitgang is ingesteld (Quick Mind, Modulerend, Neutrale zone of Sequentieel).
  • Pagina 142 Chiller Verschil verdamper [°C] Zone debietverhoging Nominaal Neutrale zone verschil verdamper Zone debietvermindering Afbeelding 4-29: schema algoritme voor regeling van het debiet. Er zijn drie werkzones: een om het debiet te verhogen, een om het debiet te verminderen en een neutrale zone waarin het debiet niet varieert.
  • Pagina 143: Vorstbeveiligingsfuncties

    Vorstbeveiligingsfuncties 4.5.1 Vorstbeveiligingsfunctie wegens lage temperatuur van het water en de buitenlucht De antivriesbescherming van de warmtewisselaar wordt alleen uitgevoerd door de weerstand van de warmtewisselaar als de parameter PMP0046 op 0 is ingesteld. De weerstand wordt geactiveerd wanneer de watertemperatuur wordt bereikt die werd ingesteld in de parameter STG0075 en wordt uitgeschakeld met de differentieel STG0076.
  • Pagina 144: Vorstbeveiligingsfunctie Voor Temperatuur Binnenomgeving

    Par. Nr. Beschrijving parameter Standaard M.E. Menu Submenu Configuratie beheer vorstbeveiliging PMP0046 (0: alleen weerstanden – 1: pomp en Service Pompen weerstanden) Configuratie opstart pompen voor vorstbeveiliging (0: lage PMP0047 watertemperatuur bij uitgang – 1: lage Service Pompen watertemperatuur bij uitgangen en lage temperatuur van de buitenlucht) Setpoint start pompen voor PMP0048...
  • Pagina 145: Functies Via Extern Contact

    1°C Warmtepomp 4.6 Functies via extern contact 4.6.1 ON/OFF extern Hiermee kunt u de unit inschakelen of uitschakelen via een extern commando, bijvoorbeeld een programmeerklok of een omgevingsthermostaat. De externe uitschakeling schakelt de compressor, de ventilator en de pompen uit, alle vorstbeveiligingen blijven actief. U kunt de unit via een extern contact alleen in- of uitschakelen als de unit via het geïntegreerde toetsenbord is ingeschakeld.
  • Pagina 146: On/Off Installatie En On/Off Dhw

    Als de LT-zone beheerd via een thermostaat van derden aanwezig is, dan wordt het contact beheerd door parameter STG0176 automatisch geconfigureerd als "bediening ON LT-zone". LET OP: De omschakeling Zomer/Winter via extern commando is niet compatibel met de functie voor automatische wijziging van de werkingsmodus wegens de buitentemperatuur (parameter USR0012).
  • Pagina 147: Demand Limit

    4.6.4 Demand Limit De Demand Limit is een functie waarmee u een het maximumaantal resources die via de unit activeerbaar zijn tot een instelbare procentuele waarde kunt beperken. U hoeft alleen de functie te activeren (REG0104) en in een scherm het maximupercentage in te stellen (REG0072, REG0073) met de “demand limit”...
  • Pagina 148: Smart Grid Ready

    4.6.6 Smart Grid Ready De Smart Grid Ready (of SG Ready) is een functie waarmee u aan de hand van twee digitale ingangen de werking van de unit kunt wijzigen. Meer bepaald zijn er 4 patterns beschikbaar (in de volgende tabel vermeld) die gedefinieerd zijn door de combinatie van de twee gebruikte ingangen, dit betekent de ingangen met betrekking tot de dubbele setpoint en tot de demand limit.
  • Pagina 149: Nachtfunctie

    4.6.7 Nachtfunctie De functie, die via extern contact geactiveerd kan worden, zorgt ervoor dat het lawaai dat door de unit wordt opgewekt kan worden verminderd door de snelheid van de ventilatoren (in geval van met lucht gecondenseerde units), het toerental van de compressoren met inverter en het aantal actieve compressoren aan te passen.
  • Pagina 150 percentages. Raadpleeg het hoofdstuk over de Demand Limit voor enkele rekenvoorbeelden van de begrenzing van het aantal actieve compressoren. Met gesloten contact kan het thermische vermogen of het koelvermogen onvoldoende zijn om aan de belasting van de installatie te voldoen, omdat de frequentie van de compressor door de parameter is beperkt. Configureer het contact op correcte wijze door de gewenste functie te selecteren met parameter STG0175 of met parameter STG0176.
  • Pagina 151: Back-Up Hulpbron

    4.6.8 Back-up hulpbron In geval van een blokkering van de ketel wordt de werking van de warmtepomp geforceerd en de werkingslogica voor integratie/vervanging tijdelijk uitgesloten om toch de verwarming van het gebouw te verzekeren. De blokkeerstatus van de ketel wordt via het alarmcontact aan de warmtepomp gesignaleerd. Als het contact van de ketel gesloten is wegens de interventie van een alarm, wordt de warmtepomp geactiveerd (compressor ON) hoewel de configuratie ervan de unit in stand-by zou houden.
  • Pagina 152: Andere Functies

    4.7 Andere functies 4.7.1 Automatische omschakeling van de werkingsmodus door de buitentemperatuur In automatische modus vindt de omschakeling van het seizoen (verwarmen/koelen) automatisch plaats, waardoor handmatige acties door de gebruiker worden vermeden. De wijziging van het seizoen houdt rekening met het schema in de afbeelding: Verwarming Koeling Buitentemp.
  • Pagina 153: Contact Signalering Alarm

    4.7.2 Contact signalering alarm Hiermee kunt u een visueel of akoestisch signaleringssysteem activeren in geval de machine blokkeert wegens een storing in de werking. Deze functie moet niet via specifieke parameters geactiveerd worden. LET OP: Raadpleeg het elektrische schema van de unit voor meer details. 4.7.3 Contact signalering werkingsmodus zomer/winter Het contact wordt geactiveerd in verhouding tot de geselecteerde werkingsmodus, namelijk koeling/verwarming.
  • Pagina 154: Beheer Zonecontrolefunctie

    4.8 Beheer zonecontrolefunctie LET OP: Om deze functie te gebruiken, hebt u de Touch Room HMI of een thermostaat van derden nodig. Raadpleeg de handleiding voor gebruik en onderhoud van de unit en de gebruikshandleiding “Touch Room HMI” voor meer informatie met betrekking tot de installatie en de werking. LET OP: Bepaalde informatie in dit hoofdstuk heeft betrekking op de temperatuurregelingen van de zonecontrolefunctie van hoofdstuk 4.1.2.
  • Pagina 155: Beheer Zone Lage Temperatuur

    4.8.2 Beheer zone lage temperatuur Met de controller W3000+ kunt u een zone op lage temperatuur beheren, die bijvoorbeeld kan worden gebruikt voor een zone met stralingspanelen. De eenheid is voorzien voor het beheer van een mengklep 0-10 V, een circulatiepomp en een temperatuursonde voor de collector.
  • Pagina 156: Beheer Zone Hoge Temperatuur

    4.8.3 Beheer zone hoge temperatuur Met de controller W3000+ kunt u een zone op hoge temperatuur beheren, die bijvoorbeeld kan worden gebruikt voor een zone met fancoils. In geval van een installatie met hydraulische scheider is een contact beschikbaar om de circulatiepomp van het secundaire circuit te activeren.
  • Pagina 157: Ontvochtiger

    4.8.4 Ontvochtiger Hiermee kunt u een ontvochtiger activeren in de zone op lage temperatuur in de zomerwerking om de vochtigheid te verminderen. Indien de bediening van de omgeving Touch Room HMI aanwezig is, wordt het contact gesloten en wordt de ontvochtiger geactiveerd als de gemeten vochtigheid de waarde overschrijdt die werd ingesteld in parameter STG0192, de differentieel voor uitschakeling is vast op 3%.
  • Pagina 158: Invloed Van Omgeving Op Regeling Unit

    4.8.6 Invloed van omgeving op regeling unit Als men de parameter STG0204 “Configuratie invloed van omgeving op regeling unit” = geactiveerd instelt bij installaties met een of meerdere zones geactiveerd, dan kan men ervoor zorgen dat de unit alleen in geval van een aanvraag door minstens één van de geconfigureerde zones gaat regelen op de temperatuur van het water.
  • Pagina 159: Regeling Van De Installatie En Werkingskenmerken

    4.8.7 Regeling van de installatie en werkingskenmerken LET OP: Raadpleeg de paragrafen 4.1.2 en 4.1.3 voor informatie met betrekking tot de temperatuurregeling in de zones. 4.8.8 Configuratie directe installatie (zonder hydraulische scheider) 4.8.8.1 Hydraulisch schema...
  • Pagina 160: Configuratie Parameters

    4.8.8.2 Configuratie parameters LET OP: Raadpleeg de hoofdstukken 4.1.2 en 4.1.3 voor meer details met betrekking tot de temperatuurregeling van de zonecontrolefunctie.
  • Pagina 161: Configuratie Installatie 0

    4.8.9 Configuratie installatie 0 4.8.9.1 Hydraulisch schema...
  • Pagina 162: Elektrisch Schema

    4.8.9.2 Elektrisch schema LET OP: Kies de Touch Room HMI of de thermostaat voor de controle van de omgeving.
  • Pagina 163 4.8.9.3 Configuratie parameters Par. Nr. Beschrijving parameter In te stellen waarde M.E. Menu Submenu Configuratie zonecontrole STG0177 Service Settings 2 (0: Gedeactiveerd - 1: Geactiveerd) Configuratie type installatie (0: HT-zone - STG0178 1: HT-zone + recirculatie DHW - 0: HT-zone Service Settings 2 2: LT zone - 3: HT-zone + LT-zone)
  • Pagina 164: Configuratie Installatie 1

    4.8.10 Configuratie installatie 1 4.8.10.1 Hydraulisch schema...
  • Pagina 165 4.8.10.2 Elektrisch schema...
  • Pagina 166 4.8.10.3 Configuratie parameters Par. Nr. Beschrijving parameter In te stellen waarde M.E. Menu Submenu Configuratie zonecontrole (0: STG0177 Service Settings 2 gedeactiveerd - 1: geactiveerd) Configuratie type installatie (0: HT-zone - 1: HT-zone + recirculatie STG0178 1: HT-zone + recirculatie DHW - Service Settings 2 2: LT zone - 3: HT-zone + LT-zone)
  • Pagina 167: Configuratie Installatie 2

    4.8.11 Configuratie installatie 2 4.8.11.1 Hydraulisch schema...
  • Pagina 168 4.8.11.2 Elektrisch schema...
  • Pagina 169 4.8.11.3 Configuratie parameters Par. Nr. Beschrijving parameter In te stellen waarde M.E. Menu Submenu Configuratie zonecontrole (0: STG0177 Service Settings 2 gedeactiveerd - 1: geactiveerd) Configuratie type installatie (0: HT-zone - STG0178 1: HT-zone + recirculatie DHW - 2: LT-zone Service Settings 2 2: LT-zone - 3: HT-zone + LT-zone)
  • Pagina 170: Configuratie Installatie 3

    4.8.12 Configuratie installatie 3 4.8.12.1 Hydraulisch schema...
  • Pagina 171 4.8.12.2 Elektrisch schema LET OP: Het schema van installatie 3 gaat verder op de volgende pagina.
  • Pagina 172 LET OP: In geval van twee zones kunt u één enkele Touch Room HMI hebben.
  • Pagina 173 4.8.12.3 Configuratie parameters Par. Nr. Beschrijving parameter In te stellen waarde M.E. Menu Submenu Configuratie zonecontrole STG0177 Service Settings 2 (0: gedeactiveerd - 1: geactiveerd) Configuratie type installatie (0: HT-zone - STG0178 1: HT-zone + recirculatie DHW - 3: HT-zone + LT-zone Service Settings 2 2: LT-zone - 3: HT-zone + LT-zone)
  • Pagina 174: Hardware

    5 HARDWARE Hierna wordt de hardware voorgesteld, gebruikt voor de architectuur van de W3000+: Afbeelding 5-1: hardware pCOOEM+ maat “M”.
  • Pagina 175 Afbeelding 5-2: hardware “compact”. Afbeelding 5-3: uitbreiding “E”. Afbeelding 5-4: driver EV “single”. Afbeelding 5-5: driver EV “twin”. Afbeelding 5-6: back-upmodule Afbeelding 5-7: hardware pCO5+ maat “S” als uitbreiding.
  • Pagina 176 Opmerking over de back-upmodule: De module moet elke 5 jaar worden vervangen om het volledig sluiten van de klep(pen) te garanderen die erop zijn aangesloten. Afbeelding 5-8: uitbreiding “B”.
  • Pagina 177 HARDWARE “B”, configuratie kaar met JUMPER 5V-24V Er werd een jumper toegevoegd om de voedingsspanning van de gebruikte druksondes te selecteren: De klemmen +V zijn onderling in kortsluiting, daarom zullen ze allebei op 5V of op 24V, naargelang de stand van de jumper. Ratiometrische druksondes 0-5V Zet de jumper in de stand 5V •...
  • Pagina 178: Tabel Configuratie Ingangen/Uitgangen Controller Unit

    6 TABEL CONFIGURATIE INGANGEN/UITGANGEN CONTROLLER UNIT Hardware “pCOOEM+ maat M” 6.1.1 Residentiële warmtepomp met monocircuit met hermetische compressor met inverter WATER-LUCHT-UNIT “M” Digitale ingangen ID2 Debietregelaar verdamper ID3 Bediening activering recirculatiepomp DHW ID4 On/Off extern ID7 Configureerbaar contact 1(*) ID8 Configureerbaar contact 2(**) ID9 Dubbele setpoint via extern contact ID10 Demand limit Analoge ingangen...
  • Pagina 179: Kenmerken Van De Monitoring En Bediening Op Afstand

    7 KENMERKEN VAN DE MONITORING EN BEDIENING OP AFSTAND Onderwerp. De gekochte units kunnen uitgerust worden met systemen waardoor uitsluitend Mitsubishi Electric Hydronics & IT Cooling Systems S.p.A. (hierna “MEHITS”), via een draadloze of bedrade verbinding, de volgende functies kan verrichten (i) monitoring, (ii) controle, (iii) verwerving en analyse van de werkingsgegevens van de units op afstand.
  • Pagina 180 RM_W3000+_TA14_00_10_23_EN-DA-NL-PL...

Inhoudsopgave