Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

DriSteem XT Series Installatie-, Bedienings- En Onderhoudshandleiding pagina 66

Inhoudsopgave

Advertenties

Foutopsporing
Tabel 62-1:
Gids voor foutopsporing voor de Model XTP luchtbevochtiger
Probleem
Mogelijke oorzaak
Aansluitingen veldbedrading
Interne verbindingen
Luchtbevochtiger
gaat niet aan
Geen stroom naar
luchtbevochtiger
Luchtbevochtiger niet
ingeschakeld
Geen stroom op 24V regelkring
Afvoerklep werkt niet goed.
Vuil in afvoerklep verhindert
sluiten
Water stroomt
constant door
O-ring in afvoerklep niet goed
afvoer.
in groef
Water stroomt uit
overloopopening vulbeker
Water lekt uit
Leidingverbindingen zitten los
luchtbevochtiger.
Luchtbevochtiger
Te veel condensaat in de
maakt gorgelend
stoomslang
geluid.
Vulklep maakt
Waterslag door leidingdruk
bonzend geluid.
Plaatselijk geïnstalleerde
Luchtbevochtiger
afsluitklep watertoevoer niet
wordt niet
open
gevuld.
Vulklep werkt niet goed
Vuil in afvoerklep blokkeert
Luchtbevochtiger
uitlaatpoort
tapt niet af.
Afvoerklep werkt niet goed
62
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD VAN DE XT SERIES
Controleer L1, N/L2 en de aardverbindingen.
Controleer de draadverbindingen en instellingen op accessoires zoals de hogelimiet-schakelaar
en luchtstroomcontroleschakelaar.
Volg de uitschakelprocedure op pagina 50, en controleer of de aansluitingen van de elektroden
en hoogwatersonde bovenop de cilinder goed zijn vastgezet.
Zorg dat de lintkabel van de membraanschakelaar goed in de besturingsprintplaat is gestoken.
Controleer of de klemmen van de interne componenten goed zijn aangesloten op de juiste
klemmen op de printplaten.
Zorg dat een van de elektrodendraden door de toroïd-ring op de printplaat voor stroomdetectie
loopt.
Controleer de hoofdvoeding en schakelaar.
Controleer op de juiste spanning op aansluitklem L1 en N/L2.
Zorg dat het voorpaneel is aangebracht zodat de interlockschakelaar wordt geactiveerd. Druk
op de aan/uit-knop.
Zorg dat de lintkabel van de membraanschakelaar goed in de besturingsprintplaat is gestoken.
Controleer de resetschakelaar op de transformator.
Controleer of de lijnzekeringen op de transformator (2) geplaatst en geleidend zijn.
Controleer de werking van de klep met de testmodus.
Verwijder de cilinder, en verwijder het vuil uit de afvoerklep
Verwijder de cilinder en plaats de O-ring correct.
Controleer de interne slangen, en verwijder eventuele knikken of verstopping.
Controleer de toevoerwateraansluiting bij de inlaat van de vulklep. Zet deze zo nodig beter vast.
Controleer de aansluiting van de interne slangklemmen. Verplaats de klemmen en draai ze aan
naar vereist.
Controleer de aansluiting van de stoomslang bovenop de cilinder. Draai de klem zo nodig aan.
Zorg dat de stoomslang regelmatig naar de luchtbevochtiger of naar T-stukken of vochtvangers op
lage plekken in de slang helt.
Zorg dat de watertoevoerleiding nergens contact maakt met andere kanalen.
Installeer een waterslagdemper.
Installeer een stuk gevlochten vullijn van 1/4 inch. Zorg dat hierbij wordt voldaan aan de
geldende installatievoorschriften.
Open de klep.
Controleer de werking van de klep met de testmodus.
Verwijder de cilinder, en verwijder het vuil uit de afvoerklep.
Controleer de werking van de klep met de testmodus.
Actie
Vervolg

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave