Inhoudsopgave
Advertenties
Buitenbehuizing: Leidingen en elektra
• Gebruik de speciale uitdringen die het best passen bij de specifieke
installatie.
• Warmtespoor en isolatie van leidingen als bevriezing een probleem is.
• Isoleer de toevoerwaterleidingen binnenin de unit om lekkage van
condensaat te voorkomen.
• Als de machine is uitgerust met een verwarmingspakket voor
buitenbehuizing, kan het T-stuk van de afvoer worden geheroriënteerd
zodat het afvoerwater via de onderkant van de behuizing wegloopt.
(Zie afbeelding 20-1).
• Isoleer waar van toepassing stoomleidingen buiten.
• Zie aantekening in tabel 6-1 betreffende stroomopname en de
zekeringafmetingen als uitgerust met een verwarmingspakket voor
buitenbehuizing.
• Nadat de montage is aangebracht en verbonden, sluit u deze langs de
boven- en zijkanten tussen de behuizing en de bijbehorende wand af om
te voorkomen dat er water langs de achterkant van de behuizing loopt.
Opmerkingen over leidingen
1. Om te voorkomen dat het water in de vulleiding blijft staan en bevriest
als de stroom uitvalt, gebruikt u ter plaatse extra te installeren kleppen
stroomopwaarts van de vulklep in een ruimte met klimaatregeling.
Gebruik voor deze kleppen dezelfde bron als de XT; als de stroom dan
uitvalt, stroomt het water uit de vulleiding om bevriezing te voorkomen.
Bij gebruik van zulke kleppen moet een beluchter worden geïnstalleerd
op de vulleiding in de buurt van de unit.
2. Bij extreme of kritieke toepassingen, waarbij het onwaarschijnlijke geval
van een waterlek ernstige schade kan veroorzaken, wordt een aanvullende
veiligheidsmaatregel aanbevolen. Gebruik een thermostaat met een
externe sensor of temperatuurschakelaar op de vulleiding om stroom uit
te schakelen naar de XT luchtbevochtiger en veiligheidskleppen. Hierdoor
wordt de vulwatertoevoer naar de XT luchtbevochtiger gestopt en wordt
de vulleiding afgetapt als de temperatuur onder het vriespunt ligt.
3. Creëer een luchtspleet van 1" alleen op een locatie met voldoende
temperatuur en ventilatie om zgn. "flash" stoom te absorberen en zo
condensatie op oppervlakken in de nabijheid te voorkomen. Raadpleeg
de geldende installatievoorschriften voor de afvoerleidingmaat en de
maximale afvoerwatertemperatuur.
4. DriSteem is niet verantwoordelijk voor schade door bevriezing aan
de luchtbevochtiger of de leidingen naar de luchtbevochtiger.
5. Als de machine is uitgerust met een verwarmingspakket voor
buitenbehuizing, wordt er vanuit de fabriek een vorstbeschermingsklep in
de unit aangebracht. Wanneer het water in de unit dreigt te bevriezen,
wordt deze klep geopend zodat de vulbeker en de cilinder leeglopen.
(Zie afbeelding 20-1).
26
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD VAN DE XT SERIES
Advertenties
Inhoudsopgave
