Stoomverdeling:
STOOMSLANGEN AANSLUITEN OP DE LUCHTBEVOCHTIGER
• De stoomslang moet over de gehele lengte worden ondersteund om
doorzakken of lage plekken te voorkomen:
• Zorg bij een enkele stoomverdeelbuis zonder condensaatafvoer voor
een afschot van ten minste 15% (2 in/ft) naar de stoomcilinder.
• Zorg voor stoomverdelers met condensaatafvoer voor een afschot
van ten minste 15% (2 in/ft) naar de stoomverdeler.
• Gebruik DriSteem stoomslang. Andere stoomslangfabrikanten gebruiken
misschien onaanvaardbare ontsnappingsmiddelen of materiaalmengsels
die van negatieve invloed zijn op de werking van het luchtbevochtigersysteem.
Het gebruik van slangen van ander merk verhoogt de kans op schuimvorming
in de cilinder en op voortijdige veroudering van de stoomslangen.
Schuimvorming veroorzaakt ontsnapping van condensaat bij het
stoomverdeelsysteem.
• Gebruik geen stoomslangen bij toepassingen buitenshuis.
• Stoomslangen mogen niet geïsoleerd worden. Door isolatie versnelt de
door hitte veroorzaakte veroudering waardoor de stoomslang hard en
broos wordt.
• Zie voor toepassingen met enkele stoomverdelerbuis de slangsetmaten
in tabel 39-1.
Tabel 34-1:
Stoomverlies van stoomverbindingsslangen en -buizen
Nominale slang-/buismaat
Beschrijving
inch
1½
Stoomslang
2
1½
Buis
2
NB: Deze gegevens zijn gebaseerd op een omgevingstemperatuur van 27 °C (80 °F), glasvezelisolatie en koperen buizen.
34
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD VAN DE XT SERIES
Vereisten verbindingsleidingen
Niet-geïsoleerd
DN
lbs/hr/ft
40
0,15
50
0,20
40
0,11
50
0,14
Zie voor buisverbindingen "Aansluiting op
luchtbevochtiger met buis" op pagina 35.
Belangrijk:
De stoomslang moet over de gehele lengte
worden ondersteund om doorzakken of
lage plekken te voorkomen.
Stoomverlies
Geïsoleerd
kg/h/m
lbs/hr/ft
kg/h/m
0,22
n.v.t.
0,30
n.v.t.
0,164
0,02
0,21
0,025
Isolatiedikte
inch
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
0,03
2
0,037
2
mm
n.v.t.
n.v.t.
50
50