1 Instructies voor gebruik
8
1.5.2
Display-symbolen
De volgende tabel beschrijft de in het LC-display weergegeven symbolen:
Symbool
Betekenis
ALARM_SYMBOL
Dit alarmsymbool wordt getoond, wanneer het instrument zich in de alarmtoestand bevindt.
Wanneer dit symbool knippert is een waarschuwing aanwezig.
LOCK_SYMBOL
Dit vergrendelingssymbool wordt getoond, wanneer het instrument is vergrendeld, d.w.z.
wanneer er geen invoer mogelijk is.
COM_SYMBOL
Dit communicatiesymbool wordt getoond wanneer een data-overdracht via bijv. HART, PFO-
FIBUS-PA of Foundation Fieldbus plaatsvindt.
SIMULATION_SWITCH_ENABLE
Dit communicatiesymbool wordt getoond, wanneer de simulatie in FF met de DIP-schakelaar
*
is geactiveerd.
1.5.3
Toetsfuncties
De bedieningselementen bevinden zich binnen de behuizing en kunnen na het openen
van het deksel van de behuizing worden bediend.
Toetsfuncties
Toets(en)
Betekenis
O
V
Navigatie in de keuzelijst naar boven
of
Wijzigen van getalswaarden binnen een functie
S
W
Navigatie in de keuzelijst naar beneden
of
Wijzigen van getalswaarden binnen een functie
X
Z
of
Navigatie binnen een functiegroep naar links
F
Navigatie binnen een functiegroep naar rechts, bevestiging
O
F
en
of
Contrastinstelling van het LC-display
S
F
en
Hardware-vergrendeling/vrijgave
Na een hardware-vergrendeling is bediening via het display en de communica-
O
S
F
en
en
tie niet mogelijk.
De vrijgave kan alleen via het display worden uitgevoerd. Daarbij moet een vrij-
gavecode worden ingevoerd.
Prosonic M
Endress+Hauser