Prosonic M
⇒
⇒
⇒
"
⇒
Endress+Hauser
12
Functiegroep "Systeemparameters" (0 C)
12.1 Functie "Meetplaats" (0C0)
Met deze functie kunt u de meetplaatsidentificatie definiëren.
Invoer:
• 16 alfanumerieke karakters voor HART-instrumenten (8 via HART Universal Kom-
mando)
• 32 alfanumerieke karakters voor PROFIBUS-PA instrumenten
12.2 Functie "device tag" (0C0),
alleen Foundation Fieldbus
Deze functie toont de meetplaatsidentificatie.
12.3 Functie "Profile Version" (0C1),
alleen PROFIBUS-PA
Met deze functie wordt de PA-Profile Version getoond (Profile 3.0).
Opgelet!
Deze functie is alleen bij PROFIBUS-PA-instrumenten mogelijk!
12.4 Functie "Protocol+SW-nr." (0C2)
Deze functie toont de versie van protocol, hardware en software: Vxx.yy.zz.prot.
Aanwijzing:
xx: HW-versie
yy: SW-versie
zz: SW-revisie
prot: Protocoltype (bijv. HART)
12 Functiegroep "Systeemparameters" (0 C)
65