3 Functiegroep "Basisinregeling" (00)
⇒
"
⇒
16
3.5
Functie "Inregeling leeg" (005)
Met deze functie voert u de afstand E vanaf het sensormembraan (referentiepunt van
de meting) tot het minimale niveau in (nulpunt).
Opgelet!
Bij bolle bodems of conische uitlopen moet het nulpunt niet lager liggen dan het punt
waar de ultrasone golf de tankbodem raakt.
3.6
Functie "Blokafstand" (059)
In deze functie wordt de blokafstand aangewezen, d.w.z. de afstand onder het sensor-
membraan, waarbinnen de Prosonic M geen niveau-echo's kan detecteren. Let bij de
inbouw van het instrument en bij het vastleggen van de volinregeling erop, dat het maxi-
male niveau niet binnen de blokafstand valt.
E
100%
E: Inregeling leeg
0%
Endress+Hauser
Prosonic M