3. Klik op de knop "
het scherm Abnormal history (scherm 3) weer te geven. In dit
scherm kunt u nagaan welke storingen op de geselecteerde
toestellen zijn opgetreden. Als geen storing is opgetreden,
verschijnt het scherm 4.
Scherm 3:
Abnormal history
Klik op de knop "
Information.
Gegevens over foutgebeurtenissen met het tijdstip van optreden, de
foutcode en het nummer van de foutieve unit, worden opgeslagen en in
volgorde van tijdstip van optreden gesorteerd. Er kunnen maximaal 10
opgetreden foutgebeurtenissen worden opgeslagen.
Wanneer in een specifieke groep een foutgebeurtenis optreedt met
dezelfde foutcode als voor een eerder opgetekende gebeurtenis, dan
wordt alleen de tijd bijgewerkt. Twee of meer foutgebeurtenissen met
dezelfde foutcode voor een specifieke groep worden niet opgetekend.
6-13 Gedetailleerde werkingsstatus controleren
■ Werkwijze om de gedetailleerde werkingsstatus te controleren
U kunt de gedetailleerde werkingsstatus zone- of groepsgewijs
controleren.
Scherm 1: Hoofdscherm
(1)
[Werkwijze]
1. Als u de zonegegevens wilt bekijken, selecteert u de menuoptie
"Monitoring (Zone list)" in het deelvenster met de zonestructuur (1).
Wilt u de groepsgegevens bekijken, dan selecteert u in het
deelvenster met de zonestructuur de zone waarin de groep is
32
" ((3) op de vorige pagina) om
Scherm 4:
Abnormal history
" om terug te keren naar het scherm
(2)
opgenomen. Vervolgens selecteert u de doelzone of de doelgroep
in het hoofdvenster (2).
2. Klik op de knop "
te openen.
In dit scherm ziet u de volgende informatie.
Scherm 2: Instellingsscherm
(1)
(2)
(3)
(5)
(6)
(7)
(1) Name (Description)
Toont de naam en beschrijving van een zone of groep.
(2) Current Condition
• Start-/stopstatus
• Werkingsmodus
(3) Air volume
Toont het huidige luchtvolume.
(4) Direction of air flow
Toont de huidige luchtstroomrichting.
In het deelvenster onder de koptekst R/C Mode vindt u drie kaders met
de instellingen om regelacties via de afstandsbediening toe te staan of
te verbieden. In elk kader is een van de volgende opties gemarkeerd.
(5) Starten/stoppen
"Permitted"
"Stop Only"
"Prohibited"
(6) Operation Mode
"Permitted" of "Prohibited"
(7) Set Temperature
"Permitted" of "Prohibited"
3. Als u klaar bent, klikt u op de knop "
keren naar het hoofdscherm.
LET OP!
Dit scherm kunt u gebruiken om gegevens te controleren en in te
stellen. Wanneer u dit scherm alleen voor controledoeleinden
gebruikt, klik dan altijd op de knop "
knop "
") om dit te sluiten. Zo voorkomt u dat bestaande
instellingen ongewild worden
gewijzigd.
" om het scherm Setup (scherm 2)
(4)
• Kamertemperatuur
• Filtersymbolen branden/gedoofd
" (8) om terug te
" (en niet op de
Nederlands
(8)