5-10 De temperatuurinstelling wijzigen
■ Werkwijze om de temperatuurinstelling te wijzigen
U hebt de mogelijkheid om de temperatuurinstelling van
airconditioners te wijzigen.
In het scherm Monitoring kunt u deze actie zowel in pictogram- als in
lijstweergave uitvoeren.
In de figuur (scherm 1) ziet u de toestellen in pictogramweergave.
Scherm 1: Hoofdscherm
(1)
U kunt de temperatuurinstelling zone- of groepsgewijs omschakelen.
Als alle airconditioners in de geselecteerde groep in
ventilatiemodus functioneren, kunt u de temperatuurinstelling niet
wijzigen.
[Werkwijze]
1. Selecteer in het scherm 1 Monitoring een zone of groep uit de
keuzelijst (1).
Selecteer de zone of groep waarvoor u de temperatuurinstelling wilt
wijzigen (2).
Wilt u de instelling voor alle toestellen in een groep wijzigen, dan
selecteert u in het deelvenster met de zonestructuur (1) de zone
waarvan de groep deel uitmaakt; vervolgens kiest u de groep in het
hoofdvenster (2).
2. Klik op de knop "
of
wijzigen.
Voorbeeld: Voor de zone-instelling in figuur 1 kunt u de
temperatuur instellen van 20°C tot en met 30°C.
Figuur 1:
Zonenaam
Groepsnaam
Kantine
1 F Noorden
1 F Westen
Nederlands
(2)
(3)
(4)
" (4) om de temperatuurinstelling te
Temperatuurinstelbereik
(zie OPMERKING)
25-30°C
20-25°C
Wanneer de temperatuur op 30°C is ingesteld, wordt de werkelijke
temperatuur van airconditioners ingesteld zoals weergegeven in
figuur 2:
Figuur 2:
Zonenaam
Groepsnaam
Kantine
1 F Noorden
1 F Westen
OPMERKING
Het beschikbare temperatuurinstelbereik wordt als volgt bepaald.
• Temperatuurinstelbereik eigen aan de hoofdunit van de
airconditioner.
• Temperatuurbereik rekening houdend met de
grenswaardebeperking voor temperatuurinstelling die op de
console van de Intelligent Touch Controller is ingevoerd.
Meer informatie vindt u in de handleiding bij de software voor de
Intelligent Touch Controller.
5-11 De luchtstroomrichting en het luchtvolume wijzigen
■ Werkwijze om de luchtstroomrichting of het luchtvolume te
wijzigen
U hebt de mogelijkheid om de luchtstroomrichting of het luchtvolume
van airconditioners te wijzigen.
In het scherm Monitoring kunt u deze actie zowel in pictogram- als in
lijstweergave uitvoeren. In de figuur (scherm 1) ziet u de toestellen in
pictogramweergave. U kunt de luchtstroomrichting of het luchtvolume
zone- of groepsgewijs wijzigen.
Scherm 1: Hoofdscherm
(1)
[Werkwijze]
1. Selecteer in het scherm 1 Monitoring een zone of groep uit de
keuzelijst (1).
Selecteer de zone of groep waarvoor u de luchtstroomrichting of het
luchtvolume opnieuw wilt instellen (2).
Wilt u de instelling voor alle toestellen in een groep wijzigen, dan
selecteert u in het deelvenster met de zonestructuur (1) de zone
waarvan de groep deel uitmaakt; vervolgens kiest u de groep in het
hoofdvenster (2).
2. Klik op de knop "
of
wijzigen.
Klik op de knop "
of
Temperatuurinstelling
30°C
25°C
(2)
(3)
(4)
(5)
" (4) om de luchtstroomrichting te
" (5) om het luchtvolume te wijzigen.
19