5-6 Informatie in de instellingsvensters
■ Groep airconditioners:
(1) Groepsnaam
(2) Statuspictogram
(7) Kamertemperatuur
(6) Symboolvenster
(1) Groepsnaam
Toont de exacte naam van de geselecteerde groep.
(2) Statuspictogram
Toont de huidige status (zie pagina 9).
(3) Start/stop
Toont de start-/stopstatus van de airconditioners. Zo nodig kunt u
de airconditioners starten of stoppen
(zie pagina 17).
(4) Systeemstatusvenster
Toont de systeemstatus. Hier kan een van de volgende vijf
pictogrammen verschijnen:
12
(3) Start / stop
(8) Ingestelde
temperatuur
:Gedwongen uit
:Onder centrale besturing
:Systeemstoring
:Fout in communicatie tussen
centrale besturing-toestel
:Geeft aan dat momenteel
gegevens naar de Intelligent
Touch Controller worden
verstuurd.
(4) Systeemstatusvenster
(9) Luchtuitblaasliniaal
(5) Werkingsmodus
Toont de werkingsmodus van de airconditioners. Zo nodig kunt u
de gewenste werkingsmodus selecteren (zie pagina 18).
(6) Symboolvenster
Toont informatie over tijdprogramma's en filtersymbolen.
Geeft aan dat een of meer tijdprogramma's aan de
geselecteerde groep toegewezen zijn.
Geeft aan dat een of meer filtersymbolen/"Element
Signs" voor de geselecteerde groep branden.
(7) Kamertemperatuur
Toont de huidige kamertemperatuur. Aangezien de
luchtaanzuigtemperatuur van de airconditioners wordt gebruikt,
kan het zijn dat deze waarde niet met de werkelijke
kamertemperatuur overeenkomt.
(8) Ingestelde temperatuur
Toont de temperatuurinstelling van de airconditioners. U kunt deze
waarde zo nodig wijzigen (zie pagina 19).
(9) Luchtuitblaasliniaal
Toont de luchtstroomrichting van de airconditioners. U kunt deze
instelling zo nodig wijzigen (zie pagina 19).
(10) Ventilatorsnelheid
Toont het luchtvolume van de airconditioners. U kunt deze
instelling zo nodig wijzigen (zie pagina 19).
(5) Werkingsmodus
(10) Ventilatortoerental
Nederlands