Veiligheid Veiligheidsrichtlijnen Veiligheid Veiligheidsrelevante informatie wordt in deze handleiding als volgt Lezen en bewaren aangeduid: Deze handleiding voor montage en werking zorgvuldig GEVAAR doorlezen. Na het monteren de handleiding aan de exploitant Duidt op levensgevaarlijke situaties. doorgeven. Deze handleiding vindt u ook op www.docuthek.com. WAARSCHUWING Duidt op mogelijk levensgevaar of kans op lichamelijk letsel.
Onderdeelomschrijvingen Toepassing toetsen Onderdeelomschrijvingen Verschilregelaar met sokkel voor wandopbouw. Voor gebruik met vlakke en buiscollectoren, en voor vaste stof-ketels en thermisch gelaagde opslag, voor de regeling van de volgende hydraulscihe installaties: – 1 collector, 1 buffer A u s a u s –...
Keuzeschakelaar en display Display Keuzeschakelaar en display Het display hangt af van de instelling van de keuzeschakelaar. Bij een fout in de confi guratie van de installatie wordt het display Keuzeschakelaar rood verlicht, zie pagina 50 (Hulp bij storingen) Standby (geen functie) Automatisch bedrijf Standby Weergave van het geselecteerde installatieschema...
Keuzeschakelaar en display Temperatuurdisplay F1 (collector/tank) Temperatuurdisplay F3 (tank boven) 72° 80° Σ Σ 70° 17:38 Het display toont de actueel gemeten temperatuur van sesnor Het display geeft de actueel gemeten temperatuur van sensor F3. F1 bij de collector, alternatief voor enkele hydraulische installaties Bovendien wordt de temperatuurcurve van de sensor voor de de temperatuur bij...
Keuzeschakelaar en display Display winst Expert instellingen Σ Σ Het display toont de via de collectoren bereikte opbrengst, naar Het display toont de instelmogelij kheden voor het in bedrij f nemen keuze voor vandaag, gisteren, de huidige week, de vorige week, door de expert.
Gebruiker – Instellen Tij d Gebruiker – Instellen 1 Keuzeschakelaar op "Gebruiker instelling" draaien. tijd 15:10 selectie OK drukken Σ De actuele tij d instellen. 4 Met de draaiknop de uren instellen. Het display toont de opties, via dewelke de verwarmingsinstallatie 5 Op de OK-toets drukken.
Gebruiker – Instellen Weekdag Parameter weekdag Parameter Maandag Dinsdag 00 Error list geen error Woensdag 01 Tijd 17:48 selectie OK drukken selectie OK drukken 4 Met de draaiknop de actuele dag van de week instellen. 4 Met de draaiknop de gewenste parameters selecteren, zie 5 Op de OK-toets drukken.
Gebruiker – Parameter Gebruiker – In bedrij f nemen Gebruiker – Parameter Lij st van de parameters P01 tot P11 Fabrieksinstelling Ei g en Parameter Instelgebied waarden Error list Alleen weergave Geen fouten Σ Tij d 00h00 – 24h00 00h00 Maandag –...
Gebruiker – Parameter P03 Dag Opbrengst P07 = 00h00 tot 23h45: Inschakeltijd naverwarmen, Geeft de dagopbrengst in Wh of kWh. Wordt dagelijks om 00h00 P08 = 00h15 tot 23h45: Uitschakeltijd naverwarmen. automatisch terug op 0000 gezet. De dagopbrengst kan manueel P09 Circulatie Pomp EEN door indrukken van de OK-toets gereset worden (Navraag: Weet je P10 Circulatie Pomp UIT...
Monteur – Elektrische aansluiting Monteur – Inbouwen Monteur – Elektrische aansluiting WAARSCHUWING OPGELET Levensgevaar door elektrische schok! Schakel vóór het werk de De minimale afstand tot de warmtebronnen in de omgeving moet zo stroom op de stroomvoerende delen van de elektrische leidingen worden gekozen, dat de toegelaten omgevingstemperatuur tijdens uit! het bedrijf niet wordt overschreden, zie pagina 50 (Technische...
Monteur – Elektrische aansluiting Installatieschema Installatie 1 (1 collector, 1 buffer) Bij de installatieschema's moet er worden op gelet, dat de betrokken regelfuncties door beschermfuncties overbrugd kunnen worden. Een actieve collector-beschermfunctie (P45) of tank retourkoeling (F3) (P46) kan daardoor eveneens leiden tot een bedrijf van de collectorppomp, zie pagina 40 (P45 T-Collector bescherming) en 40 (P46 T drempel ret koeling) Legende...
Monteur – Elektrische aansluiting Installatie 13 (1 collector, 1 tank, drain back-systeem) AAN: Regelvrijgave collectorpomp A1. UIT: Temp - Temp < P31 of Temp > P85 of Temp > P86. Schakelvoorwaarden A2 (F2) UIT: Na afloop van de via P87 vastgelegde duur. Op basis van de drain back-funftionaliteit zijn er in stand-by geen veiligheidsfuncties (vorstbescherming, max.
Monteur – Elektrische aansluiting Speciale functies Naverwarming De naverwarmingsfunctie, bijv. via een elektrische verwarmingsstaaf, Naargelang de gekozen installatie kunnen de uitgangen A2 en A3 kan via de parameter P54 = 4 (tank 1) of P54=5 (tank 2) ingeschakeld voorzien worden van speciale functies. De gewenste functie wordt worden.
Monteur – Elektrische aansluiting Recirculatie De functie Recurculatie kan via de parameter P54 = 6 (tank 1; F4) of P54 = 7 (tank 2; F2) ingeschakeld worden. De retour van het verwarmingstoestel wordt door de tank geleid en daardoor verwarmd. De inschakeling via A2 gebeurt, indien de temperatuur in de tank de temperatuur vanb de retour (F5) met het inschakelverschil 2 (P32) overtreft.
Monteur – Elektrische aansluiting Aansluitplan Regelaar in de sokkel Tussen de klemmen 2 en 3 moet voor de voeding van de relais voor pompen A1 en A2 een brug aangesloten worden, indien er geen afzonderlijke voorschriften zijn voor het beveiligen van de relais. Pump A1 Pump A2 L1’...
Monteur – Instellen Op het display wordt het aantal collectoren gevraagd. Monteur – Instellen hydraulische Model WAARSCHUWING Foutieve instellingen kunnen leiden tot slechte werking en schade Hoeveel zonnepanelen aan de verwarmingsinstallatie! De parameters vanaf nr. 21 mogen alleen worden veranderd door een vakman. selectie OK drukken 1 Keuzeschakelaar op...
Monteur – Instellen Parameters De "nieuwe" code moet vanaf nu steeds voor het wijzigen van de instellingen ingevoerd worden, ook om het apparaat Parameters P1 tot P11 voor gebruikers, zie pagina 14 te resetten (reset). (Gebruiker – Parameter). Voor het resetten van het codenr. op de fabrieksinstelling (0000) de OK-toets ingedrukt houden en daarbij...
Monteur – Instellen Relaistest Reset Met de relaistest kunnen aangesloten actoren (pompen, De persoonlijke instellingen (parameters 01 tot 11) blijven omschakelventielen) afzonderlijk anagestuurd worden, om hun behouden, alle andere parameters worden teruggebracht naar werking te controleren. de fabrieksinstelling. 4 Voor het starten van de test de code invoeren (fabrieksinstelling 4 De persoonlijke instelwaarden in deze handleiding noteren.
Monteur – Parameters Ei g en Monteur – Parameters Parameter Instelgebied Fabrieksinstelling waarden T-Max Opslag 1 10 °C tot 130 °C 60 °C Lijst van de parameters P21 tot P110 T-Max Opslag 2 10 °C tot 130 °C 60 °C Tolerant Opbrengst 0 K tot 90 K 10 K Ei g en...
Monteur – Parameters Verklaring van de parameters Ei g en Parameter Instelgebied Fabrieksinstelling waarden Retourlediging (drain back) P21 Code T-Max Opslag 50 °C tot 75 °C 68 °C Hier kan een eigen code worden vastgelegd. Goed noteren! Deze output code is nodig, om parameters 22, 24 – 110 te veranderen en het T-Max Op.
Monteur – Parameters Installatie 12: Ventiel A3 schakelt in, als de temperatuur bij sensor P42 Max T-Panel F1 (collector) de temperatuur bij sensor F3 (Tank boven) met het P42 = 80 – 180 °C: inschakelverschil overschrijdt. Installatie 2, 9: Geen functie A3 schakelt uit, als de temperatuur bij...
Monteur – Parameters P44 T-Max Brander 2 (vaste stof-ketel) De circulatiekoeling kan alleen gebeuren wanneer de temperatuur van P43 = 30 – 130 °C: de tank de collectortemperatuur minstens met de schakeldrempel Installatie 1, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 13: Geen functie P46 + 3 K hysterese overtreft.
Monteur – Parameters Functies extra relais A2 / A3 (fan coil) afgevoerd, om uitschakelen van de collectorpomp A1 te Indien de uitgangen A2 en A3 niet vast bezet zijn door het voorkomen. installatieschema, kunnen ze van een vrij te selecteren speciale P55 Circ Pomp Tijd functie worden voorzien, zie pagina 28 (Speciale functies) P55 = 1 –...
Monteur – Parameters Kleine waarden leiding tot snelle verplaatsingen in de regelaar en kunnen tot schommelingen leiden. Pomppuls-functie (temperatuur-controlefunctie) Installatie 2, 9: Geen functie Installatie 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 13: Door kort inschakelen van de collectorpomp wordt het verwarmde warmtedragermedium van de collector naar de sensor getransporteerd, zodat de temperatuur van de collector gemeten kan worden.
Monteur – Parameters Opbrengstschatting/Debietmeter Richtwaarde voor debiethoeveelheid: Tijdens de looptijd van de laadpomp worden de impulsen van ca. 0,8 l/min per m collectoroppervlak. Bij low flow-installaties een optioneel op klem 22 aansluitbare debietmeter geteld. Uit het geldt deze waarde niet! gemeten debiet (invoeren van de pulssnelheid van de teller in P70) P70 Pulssnelheid en het temperatuurverschil tussen collector en tank kan de regelaar...
Monteur – Parameters rekening moet worden gehouden met een zonopbrengst (installatie Software zonder collector). P99 Softwareversie P76 = 0,1 – 100 l/min: Vastgelegde waarde voor installaties zonder (alleen weergave) debietmeter voor een benaderende schatting van de opbrengst. P78 Mengverhouding P78 = 0 – 70 % De mengverhouding van uw warmtetransportmedium (vulling van de zonne-installatie) leest u in de meegeleverde documentatie of vraagt u aan de installateur.
Monteur – Parameters Pompsturing PWM/0…10V P107 PWM niveau P.extreem De relaisuitgangen zijn geschikt voor het aansturen van hoog- Alleen bij keuze P101 = PWM efficiënte pompen. Toerentalgeregelde pompen met PWM- of 0-10 P107 = Uit Volt ingangssignaal kunnen aangestuurd worden. De keuze (PWM of P107 = 0 –...
Monteur – Checklist voor in bedrijfname Andere functies Monteur – Checklist voor in bedrijfname Verwarmingsregelaar correct bedraad? Speciaal de bruggen Pomp-blokkeerbescherming tussen L en L1‘ en eventueel tussen L1‘ en klem 10, zie pagina's Deze regeling voorkomt het blokkeren van de pomp vanwege te 30 (Aansluitplan Regelaar in de sokkel).
Accessoires Sensorwaarden Accessoires Pt 1000 Temp. SPF1000 Sensor (PT 1000) [°C] [Ω] Boilersensor SPF 1000 1019 1039 SPF1000, 3 m, Ø 6,0 × 50 1058 1077 Inbouwlocatie 1097 In de dompelbuis van de warmwatertank. 1116 1136 Inbouwen 1155 1 Buig de verbindingsveren aan beide sensors (retoursensor, 1174 boilersensor van de ketelregeling) om en voer ze in de sensorbuis.
Technische gegevens ? Pompen en menger worden op het display zichtbaar, maar in Hulp bij storingen werkelijkheid niet aangestuurd. ? Storing ! Brug tussen de klemmen 2 en 3 of tussen klem 1 en N-blok ! Oorzaak ontbreekt. • Remedie • Elektrische aansluiting controleren. ? Bij...
Glossarium van de brandstof (olie 47 °C, gas 55 °C). Op deze manier wordt Glossarium het corrosiegevaar binnen de verwarmingsketel aanzienlijk beperkt. Ingestelde vertrektemperatuur en Legionella retourtemperatuur Legionella is een in het water levende bacterie. Ter bescherming De ingestelde vertrektemperatuur is de temperatuur tot dewelke het tegen legionella wordt bij...