Drukontlastingsprocedure
Voer de Drukontlastingsprocedure
altijd uit wanneer u dit symbool ziet.
Het systeem blijft onder druk staan totdat deze
handmatig wordt ontlast. Voorkom ernstig letsel
veroorzaakt door vloeistof onder druk, zoals
injectie door de huid, opspattende vloeistof
en bewegende onderdelen, door de
Drukontlastingsprocedure uit te voeren
wanneer u stopt met spuiten en voordat
u de apparatuur reinigt, controleert of er
onderhoud aan pleegt.
1.
Schakel de veiligheidspal in.
2.
Zet het spuittoestel op UIT:
• Zet de AAN/UIT-schakelaar van de
benzinemotor of de elektromotor op UIT.
Bij Vanguard-modellen moet u de
brandstofkraan in de stand UIT zetten.
• Zet de gashendel van de dieselmotor
op STOP.
• Ontkoppel de voedingskabel van de
elektromotor.
334689J
OF
OF
3.
Zet het pompventiel op UIT en draai de
drukregelknop volledig linksom, naar de
laagste instelling.
4.
Schakel de veiligheidspal uit. Houd een
metalen gedeelte stevig tegen een geaard
metalen emmer en druk de trekker van het
pistool in om de druk te ontlasten.
5.
Zet het pistool op de trekkervergrendeling.
6.
Draai het vulventiel omlaag naar de
AFTAP-stand. Laat het vulventiel open
zolang niet weer met het pistool gespoten
wordt.
7.
Als u vermoedt dat de spuittip of de slang
verstopt is of dat de druk niet helemaal is
ontlast:
a. Maak HEEL LANGZAAM de borgmoer
van de tipbeschermer of de koppeling
aan het uiteinde van de slang los om de
druk stapsgewijs te ontlasten.
b. Maak de moer of de koppeling volledig
los.
c. Verwijder de verstopping uit de slang
of de spuittip.
Instellen
19