Algemene technische gegevens
Luchtdruk van de barometer
Tijdens gebruik: 50 tot 106 kPa (500 tot 1.060 mbar)
Tijdens transport of opgeslagen in transportverpakking: 50 tot 106 kPa (500 tot 1.060 mbar)
Stroomvoorziening
Eén 1,5 Volt AA Alkaline (LR6) of Lithium (FR6) batterij of één 1,2 Volt oplaadbare NiMH
AA (HR6) batterij. De batterijen dienen een minimum capaciteit van 2.500 mAh te hebben.
Gebruik alleen een oplaadapparaat, dat officieel door de fabrikant van de batterijen wordt
aanbevolen. Gebruik geen zinkkoolbatterijen of nikkelcadmiumbatterijen (NiCd).
Gebruiksduur van de batterij
Bij gewoon gebruik (50 eenheden per dag met U100-insuline; bedrijfstemperatuur 23 °C
± 2 °C) is de gebruiksduur van de batterij ongeveer:
Alkaline: 70 dagen met Bluetooth
Lithium: 200 dagen met Bluetooth
NiMH:
Tijdsduur gegevensopslag
De tijd en de datum worden tot ongeveer 1 uur na het verwijderen van de batterij veilig
opgeslagen in het geheugen. Andere pompinstellingen (zoals de basale doseringen voor
tijdsperiodes van één uur, de nog in de ampul aanwezige hoeveelheid insuline, de
bolusstappen en het actieve gebruikersmenu) en het geheugen van de gebeurtenissen
(zoals het bolusoverzicht, het overzicht van de per dag toegediende hoeveelheid insuline, het
overzicht van de tijdelijke basale doseringen en het alarmoverzicht) blijven opgeslagen,
ongeacht de batterijspanning of de tijdsduur, dat de pomp zonder batterij is geweest.
176
®
uit; 30 dagen met Bluetooth
®
aan
®
uit; 80 dagen met Bluetooth
®
aan
100 dagen met Bluetooth
®
uit; 40 dagen met Bluetooth
®
aan
Algemene technische gegevens
Toediening
Uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp geeft conform de ingestelde basale doseringen
voor een tijdsperiode van één uur 24 uren per dag insuline af.
j
Minimale dosering: 1/20 van de basale dosering van een tijdsperiode van één uur,
maximaal 20 maal per uur.
j
Testinterval: elke 3 minuten.
Basale dosering
Min. 0,05 eenheden / uur, max. 50 eenheden / uur. Er zijn 24 basale doseringen voor
tijdsperiodes van één uur, die in stappen van 0,01 U (tot 1,00 U / h), 0,05 U (tot 10,0 U / h) en
0,1 U (tot 50,0 U / h) kunnen worden aangepast.
Bolus
De maximale bolushoeveelheid per toediening bedraagt 50 eenheden insuline. De
bolushoeveelheid voor de Snelle bolus kan worden aangepast in stappen van
0,1 / 0,2 / 0,5 / 1,0 en 2,0 eenheden. Voor de standaardbolus, vertraagde bolus en de
multiwave-bolus kan de hoeveelheid alleen in vaste stappen van 0,1 eenheden worden
aangepast. De duur van de vertraagde bolus en van de multiwave-bolus kan worden
aangepast in intervallen van 15 minuten (van 15 minuten tot maximaal 12 uren).
Tijdelijke basale dosering
Kan in stappen van 10 % worden aangepast, 0 – 90 % voor verlagingen, 110 – 250 % voor
verhogingen. De duur kan in intervallen van 15 minuten worden aangepast tot maximaal
24 uren. De laatst ingestelde duur wordt standaard ingesteld voor de volgende instelling van
een tijdelijke wijziging van de basale dosering.
A
177