1.5 Kit voor noodgevallen
Het is aan te raden om voor noodgevallen altijd accessoires en
materialen voor eenmalig gebruik bij u te hebben. Hierdoor kunt
u deze onderdelen vervangen als dit nodig mocht zijn. Een kit
voor noodgevallen dient het volgende te bevatten:
j
Een Accu-Chek-infusieset
j
Een nieuwe AA alkaline- of lithiumbatterij
j
Een Accu-Chek Spirit-kunststofampul 3,15 ml met vulhulp
Een insulinepen of insulinespuitje voor alternatieve insuline-
j
toediening
j
Een flesje insuline
j
Behandeling voor lage bloedglucosewaarden
j
Een bloedglucosemeter (bijvoorbeeld een Accu-Chek-
bloedglucosemeter)
Een batterijsleutel
j
j
Een deksel voor het batterijcompartiment
j
Een adapter
22
w
WAARSCHUWING
Zorg ervoor, dat u beschikt over een door uw behandelteam
opgesteld plan voor een alternatieve therapie. Gebruik dit
plan, als u de insulinepomptherapie moet onderbreken.
1.6 Algemene veiligheidsinformatie
w
WAARSCHUWING
Zorg er altijd voor, dat u uw persoonlijke instellingen nauwkeurig
invoert om onjuiste toediening van insuline te voorkomen.
Dit zou er namelijk toe kunnen leiden, dat er te veel of te weinig
insuline wordt toegediend. Te veel insuline kan leiden tot
ernstige hypoglykemie. Te weinig insuline kan leiden tot een
levensbedreigende keto-acidose.
w
WAARSCHUWING
Uw insulinepomp is niet getest in combinatie met pacemakers.
Voor informatie over het veilig gebruik van uw Accu-Chek Spirit
Combo-insulinepomp in combinatie met een pacemaker moet u
contact opnemen met de fabrikant van de pacemaker. Voor
meer informatie zie Appendix A, tabellen 201 – 205.
c
LET OP!
Als u de insulinepomp heeft laten vallen, moet u deze
onmiddellijk op beschadigingen controleren. Gebruik uw
Accu-Chek Spirit Combo- insulinepomp niet als er barsten of
scheurtjes zichtbaar zijn – hierdoor zouden water, stof, insuline
of andere vreemde stoffen in de insulinepomp binnen kunnen
dringen en tot een foutieve werking kunnen leiden.
1
23