9.1 Therapiegerelateerde onderwerpen
Er zijn veel factoren – zoals het gebruik van alcohol, medicijnen, verminderde activiteit, ziekte en stress – die van invloed kunnen zijn
op uw bloedglucosespiegel. Neem contact op met uw behandelteam voor advies over het omgaan met deze of andere
therapiegerelateerde onderwerpen.
Probleem
Afzonderlijke tekens, cijfers of symbolen op de display
worden onvolledig of zelfs helemaal niet weergegeven.
Uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp geeft geen
akoestische signalen of trilsignalen af.
De functietest is niet correct afgesloten (na een
foutmelding E7: ELEKTRON. FOUT)
De toediening van insuline is niet correct door een onjuiste
instelling van de tijd.
172
Aanbevolen actie
Neem contact op met de afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics (zie de binnenzijde van de
omslag achterin de gebruiksaanwijzing).
Controleer of het geluid van de akoestische signalen en de
alarmsignalen zijn ingeschakeld. Controleer de batterij en vervang deze,
als dit nodig is. Als de pomp nog steeds geen akoestische- of
trilsignalen afgeeft, kunt u contact opnemen met de afdeling Customer
Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics (zie de
binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing).
Verwijder de batterij en plaats deze na enkele seconden weer in de
pomp. Als de functietest nog steeds niet correct wordt afgesloten, moet
u contact opnemen met de afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics (zie de binnenzijde van de
omslag achterin de gebruiksaanwijzing).
Als de instelling van de tijd niet juist is, kan de juiste basale dosering
voor een tijdsperiode van één uur niet worden toegediend. Controleer de
tijd en stel deze indien noodzakelijk opnieuw in. Voer dezelfde controle
uit, als u de batterij vervangt.
Probleem
Onjuiste toediening van insuline vanwege een onjuist
ingestelde basale dosering.
Er bevinden zich luchtbellen in de ampul en/of infusieset.
De ampul is leeg.
Aanbevolen actie
Controleer alle wijzigingen, die u in de instellingen van uw basale
dosering heeft aangebracht om er zeker van te zijn, dat u het correcte
basale profiel gebruikt.
Controleer uw bloedglucosespiegel.
In de ampul: Koppel de slang af van de naald / canule en vul de slang
opnieuw. Als er nog steeds luchtbellen aanwezig zijn, moet u de ampul
vervangen. Vul de ampul altijd met insuline, die op kamertemperatuur is
gebracht
In de infusieset: Koppel uw infusieset af van het naaldgedeelte en vul
uw infusieset. Sluit de infusieset weer aan op het naaldgedeelte en
controleer of alle aansluitingen goed vastzitten en in orde zijn.
Vervang de ampul. (Ampullen zijn uitsluitend bedoeld voor eenmalig
gebruik.)
9
173