Basic mode of Advanced mode 1
fig.f0
Het scherm geeft F0 (knipperend) aan. Dit is de eerste byte, die de beginstatus
aangeeft van een System Exclusive opdracht. (Deze kan niet veranderd worden.)
7. Controleer de juistheid, en druk op [ENTER].
8. Gebruik de [0]-[F] toetsen om de 2e byte in te voeren.
9. Druk op [ENTER].
10.Voer de derde en volgende bytes op dezelfde manier in.
11.Wanner u klaar bent met de opdracht, voer dan "F7" in, de einde-status byte.
12.Druk op [ENTER].
13.In Advanced mode 1 dient u nu het bereik van de waardes aan te geven. (➔"Hoe stel ik het
bereik van de waardes (boven- en ondergrens) in" (p. 58))
14.Stel de output poort in. (➔"De poort aangeven" (p. 54))
15.Indien u een drukknop toewijst, geef de button mode aan. (➔"De button mode instellen (hoe
de drukknoppen werken)" (p. 54))
Advanced mode 2
fig.f-
Het scherm geeft "F-"aan.
7. Gebruik de [6], [8], [A-C] en [F] toetsen om de systeemopdracht te
specificeren.
8. Druk op [ENTER].
9. Stel de output poort in. (➔"De poort aangeven" (p. 54))
Advanced mode 3 of 4
fig.l--
Het scherm geeft "L–".aan
7. Gebruik de [0]-[F] toetsen om het aantal bytes (decimaal) aan te geven die u
wilt invoeren.
8. Druk op [ENTER].
9. Gebruik de [0]-[F] toetsen om de eerste byte in te voeren.
10.Druk op [ENTER].
11.Voer de tweede en verdere bytes op dezelfde manier in.
12.Nadat u het in stap 7 aangegeven aantal bytes hebt ingevoerd, controleert de PCR-A30 of dit een
geldige MIDI opdracht is. In geval van een probleem geeft het scherm "ERR" weer.
Druk in dat geval op [ENTER], en u wordt teruggebracht naar stap 7, om de waardes opnieuw
in te geven.
13.In Advanced mode 4 dient u nu het bereik van de waardes aan te geven. (➔"Hoe stel ik het
bereik van de waardes (boven- en ondergrens) in" (p. 58))
14.Stel de output poort in. (➔"De poort aangeven" (p. 54))
15.Indien u een drukknop toewijst, geef de button mode aan. (➔"De button mode instellen (hoe
de drukknoppen werken)" (p. 54))
Sys Ex. ASSIGN specificeren
•
"De checksum specificeren" (p. 68)
•
"De datalocatie specificeren" (p. 69)
•
"Channel /Block data invoeren" (p. 69)
Enkele voorbeelden van het invoeren van verschillende system exclusive opdrachten.
•
"GM2 System On" (p. 70)
•
"Master Volume" (p. 71)
•
"Pitch Bend Control" (p. 72)
*1 De -- velden tonen de huidige ingestelde waarde. Als deze nog niet is ingesteld wordt de standaard instelling weergegeven. Zelfs als u het
type of de mode van de MIDI opdracht die wordt toegewezen wordt veranderd, wordt de standaard waarde weergegeven. Deze is verlicht
als deze hetzelfde is als de huidig ingestelde waarde of knipperen als deze anders is.
Het gebruik van de PCR-A30 als MIDI Controller
*1 Ter referentie
67