Aansluiten en drivers installeren (Windows)
Hiermee is de installatie voltooid.
Vervolgens adviseren wij om achtergrondservices van het
processorgebruik op uw computer in te schakelen, opdat MIDI en audio
processen beter verlopen.
(➔"Achtergrondservices van het processorgebruik inschakelen"
Achtergrondservices van het processorgebruik inschakelen
In Windows XP dient u de instellingen zo aan te passen, dat processen op de
achtergrond worden toegestaan. Indien u deze optie niet kiest, kan het geluid
af en toe worden onderbroken. Om dit te voorkomen dient u het volgende te
doen.
1
Ga naar Systeem in uw configuratiescherm.
1. Klik op start, klik op configuratiescherm.
2. Bij "Kies een categorie", klik op "Prestaties en Onderhoud".
3. Bij "Of kies een pictogram", klik op het systeem icoon.
2
Klik op [geavanceerd]
3
Bij Prestaties klikt u op [instellingen]
4
Bij Instellingen voor prestaties klikt u op [geavanceerd]
5
Bij Processorgebruik vinkt u [achtergrondservices] aan. Klik nu op [OK]
6
In de Systeemeigenschappen dialoogbox klikt u op [OK]. De dialoogbox
wordt afgesloten.
7
Ga nu naar de instellingen voor MIDI en audio apparatuur (p. 22).
Indien u de optie "Wat wilt u dat Windows doet?" veranderd hebt.
Indien u de optie "Wat wilt u dat Windows doet?" veranderd hebt (p. 12), dient u deze nu weer
naar de oorspronkelijke instelling terug te zetten.
1. Meld u aan bij Windows als beheerder (dat wil zeggen als gebruiker, die in
gebruikersaccounts als beheerder is aangewezen)
2. Klik op start, klik op configuratiescherm.
3. Bij "Kies een categorie", klik op "Prestaties en Onderhoud".
4. Bij "Of kies een pictogram", klik op het systeem icoon.
*Afhankelijk van de instellingen van uw computer is het mogelijk, dat u direct in het
configuratiescherm het icoon systeem kunt selecteren. (Klassieke weergave). Klik in dat geval direct
op het systeem pictogram.
5. Klik op de Hardware knop, en klik dan op Handtekeningverificatie.
6. Zorg dat bij "Wat wilt u dat Windows doet?" de optie is aangevinkt, zoals deze was vóór
deze installatieprocedure. Druk op [OK].
7. Druk op [OK] om Systeemeigenschappen af te sluiten.
16
Afhankelijk van de instel-
lingen van uw computer is
het mogelijk, dat u direct
in het configuratiescherm
het icoon systeem kunt
selecteren.