Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Roland EDIROL PCR-A30 Gebruikershandleiding pagina 60

Inhoudsopgave

Advertenties

Het gebruik van de PCR-A30 als MIDI Controller
Advanced mode 1
Advanced mode 1 van CONTROL CHANGE ASSIGN laat u de boven- en ondergrens van de control
change waarde instellen, als extra parameter bovenop de items van de Basic mode.
1. Druk op [EDIT].
2. Beweeg de controller aan welke u een Control Change opdracht wilt toewijzen. In geval van een
drukknop, druk deze in.
Het scherm toont het nummer van de geselecteerde controller.
3. Controleer of deze juist is, en druk op [ENTER].
4. Druk op de [CONTROL CHANGE] toets, en druk dan op toets [1].
Het scherm toont "CC1".
5. Druk op [ENTER].
6. Voer het gewenste kanaal in.
7. Druk op [ENTER].
8. Voer het gewenste control change nummer in.
9. Druk op [ENTER].
fig.p
10.Stel het bereik in. (➔"Hoe stel ik het bereik van de waardes (boven- en
ondergrens) in" (p. 58))
Het scherm toont "P–".
11.Stel de output poort in. (➔"De poort aangeven" (p. 54))
12.Indien u een drukknop toewijst, geef de button mode aan. (➔"De button mode instellen (hoe
de drukknoppen werken)" (p. 54))
Advanced mode 2
Advanced mode 2 simuleert het gebruik van een conventionele "Rotary Encoder" (draaipot encoder)
zoals die te vinden waren op oude (monofone) synths. Als deze is toegewezen aan een controller, heeft
het bewegen naar rechts van het midden (of boven het midden bij verticale controllers) hetzelfde effect
als het met de klok meedraaien van de encoder, en het bewegen naar links van het midden (of onder
het midden) hetzelfde als het tegen de klok in draaien van de encoder. Verder van het midden , naar
het einde van de controller zal het resultaat hetzelfde zijn alsof de encoder sneller wordt gedraaid. Het
toewijzen van deze functie aan een drukknop is mogelijk, maar zinloos.
1. Druk op [EDIT].
2. Beweeg de controller aan welke u een Control Change opdracht wilt toewijzen. Het scherm toont
het nummer van de geselecteerde controller.
3. Controleer of deze juist is, en druk op [ENTER].
4. Druk op de [CONTROL CHANGE] toets en druk dan op toets [2].
Het scherm toont "CC2".
5. Druk op [ENTER].
6. Voer het gewenste kanaal in.
7. Druk op [ENTER].
8. Voer het gewenste control change nummer in. Gebruik de [DEC][INC] of de [0]-[F] knoppen om
het control change nummer te selecteren.
fig.p
9. Druk op [ENTER].
Het scherm toont "P--".
10.Stel de output poort in. (➔"De poort aangeven" (p. 54))
*1 De -- velden tonen de huidige ingestelde waarde. Als deze nog niet is ingesteld wordt de standaard instelling weergegeven. Zelfs als u
60
het type of de mode van de MIDI opdracht die wordt toegewezen wordt veranderd, wordt de standaard waarde weergegeven. Deze is
verlicht als deze hetzelfde is als de huidig ingestelde waarde of knipperen als deze anders is.
*1 Ter referentie
*1 Ter referentie

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave