Figuur 71
1. Opvulstuk
C. Blaas met perslucht al het vuil onder de remstang
en rond de afstandsstukken van de rem weg.
D. Draai de bouten (M6 x 1) weer vast met 13 Nm
+/- 0,7 Nm.
E. Gebruik een voelermaat van 0,245 mm dik om de
controleren of er een opening is tussen de rotor
en de armatuur aan beide zijden van de remstang,
zoals getoond. (Vanwege de manier waarop de
rotor en armatuur slijten, met pieken en dalen, is
het soms moeilijk om de werkelijke opening te
meten.)
Figuur 72
1. Voelermaat
Figuur 73
1. Voelermaat
•
Als de opening kleiner is dan 0,245 mm, plaats
dan het opvulstuk terug en raadpleeg het
hoofdstuk Problemen oplossen.
•
Als de opening groot genoeg is, ga dan verder
met de veiligheidscontrole in stap F.
F. Voer de volgende veiligheidscontrole uit:
i. Neem plaats op de bestuurdersstoel en
start de motor.
ii. Controleer of de messen niet inschakelen
als de aftakasschakelaar in de stand Uit
staat en de koppeling is uitgeschakeld.
Als de koppeling niet uitschakelt, plaats
dan het opvulstuk terug en raadpleeg het
hoofdstuk Problemen oplossen.
iii. Schakel de aftakasschakelaar tien keer
achter elkaar in en uit om te controleren
of de koppeling juist functioneert. Als
de koppeling niet goed kan worden
ingeschakeld, raadpleeg dan het hoofdstuk
Problemen oplossen.
48