13. Breng een afdichtkit aan op de tweede afstandsmoer
en draai deze op de as met de afgeplatte kanten aan
de buitenzijde.
14. Draai de moer aan met een torsie van 8-9 Nm, draai de
moer los en draai deze opnieuw vast met een torsie
van 2-3 Nm. Controleer of de as niet verder uitsteekt
dan de beide moeren.
15.
Plaats de afdichtinghouders over de wielnaaf en plaats
het wiel in de zwenkwielvork. Plaats de bout van het
zwenkwiel terug en draai de moer volledig vast.
16. Til de machine op en neem de kriksteunen weg.
Belangrijk: Controleer de afstelling van het lager
regelmatig om schade aan de afdichting en het lager te
voorkomen. Draai het zwenkwiel rond. Het wiel mag
niet vrij ronddraaien (meer dan 1 of 2 omwentelingen) of
zijspeling hebben. Als het wiel vrij ronddraait, pas dan
de torsie van de afstandsmoer aan totdat het wiel een
klein beetje aanloopt. Breng opnieuw afdichtingskit aan.
Onderhoud motor
WAARSCHUWING
Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk
letsel veroorzaken.
Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere
lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en
andere hete oppervlakken.
Onderhoud van het luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren—Vervang
het voorfilter.
Om de 250 bedrijfsuren—Controleer het
hoofdluchtfilter
Om de 500 bedrijfsuren—Vervang het hoofdluchtfilter.
Opmerking: Het luchtfilter moet vaker een
onderhoudsbeurt krijgen als de machine wordt gebruikt in
buitengewoon stoffige of zanderige omstandigheden.
Filters verwijderen
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Druk omlaag om de bevestigingsklemmen van het
luchtfilter te openen en trek het luchtfilterdeksel van de
behuizing van het luchtfilter (Figuur 48).
4. Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel met
perslucht.
5. Schuif het filter voorzichtig uit de luchtfilterbehuizing
(Figuur 48). Zorg ervoor dat u niet met het filter tegen
de zijkant van de luchtfilterbehuizing stoot.
6. Verwijder het hoofdfilter alleen als u van plan bent het
filter te vervangen.
Belangrijk: Probeer het hoofdfilter niet te
reinigen. Als het hoofdfilter vuil is, betekent dit
dat het voorfilter is beschadigd. U moet dan beide
filters vervangen.
7. Inspecteer het filterelement op beschadiging door
een felle lichtbron op de buitenkant van het filter te
richten en er doorheen te kijken. Gaten in het filter
zijn herkenbaar als lichte plekken. Als het filter is
beschadigd, moet u dit weggooien.
36