Begrippenlijst
CCD (Charge-Coupled Device)
Dit zet licht dat door de lens gaat om in elektrische signalen. Op deze camera wordt licht
opgenomen en omgezet in RGB-signalen om een enkel beeld op te bouwen.
DCF (Design Rule for Camera File System)
Een norm voor beeldbestanden van de Japan Electronics and Information Technology
Industries Association (JEITA).
DPOF (Digital Print Order Format)
Dit is voor het opslaan van gewenste printinstellingen op digitale camera's. Door in te
voeren welke beelden moeten worden geprint en hoeveel kopieën er moeten worden
gemaakt, kan de gebruiker de beelden eenvoudig laten printen door een printer of
printspeciaalzaak die het DPOF-formaat ondersteunt.
EV (Exposure Value)
Een systeem om de belichting te meten. EV0 is als het diafragma op F1 staat en de
sluitertijd 1 seconde is. De EV neemt met 1 toe, telkens als het diafragma met 1 F-stop
toeneemt of de sluitertijd neemt met 1 toe. EV kan ook worden gebruikt om helderheid en
ISO aan te geven.
Belichting
De hoeveelheid licht die wordt gebruikt om een beeld vast te leggen. De belichting wordt
bepaald door de tijd dat de sluiter op en is (sluitertijd) en de hoeveelheid licht die door de
lens gaat (diafragma).
Resolutie
Het formaat van een beeld uitgedrukt in het aantal pixels waaruit het beeld bestaat.
Voorbeeld: een beeld dat is gemaakt met een resolutie van 640 x 480 vult het
computerscherm als de monitor is ingesteld op 640 x 480. Als de monitor echter is ingesteld
op 1.024 x 768, vult het beeld slechts een deel van het scherm.
JPEG (Joint Photographic Experts Group)
Een compressieformaat voor stilstaande beelden. Foto's (beelden) die met deze camera
worden gemaakt, worden in JPEG-formaat opgeslagen op de camera. Door deze beelden
naar een computer te downloaden, kan de gebruiker ze bewerken met grafische
applicatiesoftware of ze bekijken met behulp van een internetbrowser.
Ruisonderdrukking
Bij het fotograferen op donkere plekken wordt de sluitertijd langer, omdat er minder licht op
de CCD valt. Bij lange belichtingen worden er signalen opgewekt door delen van de CCD
waar geen licht op valt. Deze zijn op het beeld te zien als ruis. Als de ruisonderdrukking
functioneert, vermindert de camera de ruis automatisch om helderder beelden te
produceren.
NTSC (National Television Systems Committee)/PAL (Phase Alternating Line)
Televisietypes. NTSC wordt voornamelijk gebruikt in Japan, Noord-Amerika en Korea. PAL
wordt voornamelijk gebruikt in Europa en China.
PictBridge
De norm voor het aansluiten van digitale camera's en printers van verschillende fabrikanten
en voor het direct printen van foto's.
Pixels
Een pixel is de kleinste eenheid (punt) die wordt gebruikt om een beeld op te bouwen.
Grotere heldere geprinte beelden vereisen miljoenen pixels.
Sluimerstand
Een modus die is ontwikkeld om de batterij te sparen. De camera gaat automatisch naar de
sluimerstand als u hem een tijdje niet bedient. Om de sluimerstand te verlaten, drukt u op
een willekeurige knop op de camera (ontspanknop, pendelknop enz.).
TFT (Thin-Film Transistor) Color Monitor
Een transistorkleurenmonitor die is ontwikkeld met behulp van thinfilm-technologie.
59
NL